Kolkende wolken

Rolling skye, Chiron Pieterson, 1977

Rolling skye, Chiron Pieterson, 1977

Prachtig deze kolkende wolken. Je blijft maar ronddraaien in dit beeld zonder begin- of eindpunt. Draaien totdat het je duizelt. Dit schilderij heet Rolling skye, rollende lucht dus. Ik heb een zwak voor luchten. Vooral voor wolkenluchten. Ademloos kan ik naar de lucht staren. Figuren zien in de wolken die van vorm veranderen, wegdromen in de wolken die voorbij drijven. In de trein, op een terras, tijdens een wandeling…. 

Saaie luchten
Maarten van Rossum vertelde laatst bij Kunstuur in het Mauritshuis in Den Haag ook dat hij dol is op de Nederlandse wolkenluchten. De strakblauwe luchten in Zuid-Europa vond hij maar saai. Ik ben het volmondig met hem eens. Hoewel ik misschien nog wel verliefder ben op de dramatische wolkenluchten in Schotland. De prachtige dreigende regenwolken boven de bergen of een loch waar een straaltje zon doorheen probeert te dringen. Magisch!

Lekkere luchten
Bij de expositie LUCHT! in De Hallen in Haarlem kan ik mijn hart ophalen. Onverzadigbaar loop ik van de ene naar de andere lucht. De kleurrijke herfstluchten van Leo Gestel en Jan Sluijters omarmen me als ik ervoor sta. De warme oktoberzon straalt in stippen en strepen over het landschap en geeft alles een warme gloed. De onheilspellende luchten op het schilderij Gezicht op een stad van Carel Willink intrigeren me. Dit schilderij heet niet voor niets ook wel Naderend onheil. In de catalogus van de tentoonstelling LUCHT! lees ik dat de term ‘Willinkluchten’ zelfs een begrip is geworden. Ik raak maar niet uitgekeken op de ´oude´ Hollandse polderlandschappen met koeien en op de woeste zeegezichten uit de 19e eeuw. Een schilderij van Jacob Maris uit 1877 heeft de veelzeggende titel Wolk effekt.  Natuurlijk mag ook Hendrik W. Mesdag hier niet ontbreken die je waarschijnlijk wel kent van Panorama Mesdag.

Uitvinder van de lucht als thema
Wel ben ik teleurgesteld dat Gezicht op Haarlem met bleekvelden (1665) van Jacob van Ruisdael niet bij deze tentoonstelling hangt. Dat is echt een topper met een enorm wit wolkendek en daaronder de zon die de witte lakens op de grond streelt – de skyline van Haarlem op de achtergrond. Van Ruisdael wordt ook wel de ´uitvinder´ van de lucht als thema in de kunst gezien. Jammer dat ik die nu niet hier zie, maar dan heb ik wel weer een goede reden om binnenkort naar het Mauritshuis in Den Haag te gaan…

Bron: Catalogus LUCHT! in de Nederlandse kunst sinds 1850, Frans Hals Museum en De Hallen Haarlem

Allesbehalve saai

Stilleven met vergulde bokaal, 1635

Stilleven met vergulde bokaal, Willem Claesz. Heda, 1635

Stillevens vond ik altijd zo saai. Zo stil… Totdat ik bij een rondleiding in het Rijksmuseum meegevoerd werd naar dit stilleven van Willem Claesz. Heda. De rondleidster liet me met andere ogen naar dit schilderij kijken.

Ze voerde onze blik over het gesteven tafellinnen langs de zilveren schaal die speelt met de zwaartekracht door net niet te vallen. Onze blik gleed verder langs de glibberig glanzende oesters die eruit zien of ze pas uit de zee komen. Verder naar het groene glas waarin een raam weerspiegelt. Ze vertelde dat het glas met de bolletjes aan de voet een roemer heet. Die bolletjes zijn trouwens geen misbaksels van de glasblazer. Deze zijn bewust aangebracht zodat het glas niet uit de vette vingers zou glijden. Zou nu ook nog best handig zijn bij fingerfood of spareribs.

Pronken met je waren
Hans den Hartog Jager schrijft in zijn boek Dit is Nederland in tachtig meesterwerken dat stillevens aan het begin van de 17e eeuw niet erg in trek waren. Historiestukken met woeste gevechten, portretten en landschappen waren veel populairder. Maar toen de welvaart toenam veranderde dat. Hoe kan je nu beter je rijkdom showen dan met een rijkelijk gedekte tafel met zilverwerk en luxe etenswaren? Met een rijk banket én een eeuwig houdbare reproductie daarvan aan de wand.

Verstilde schoonheid
Zoals op veel stillevens ontbreekt ook hier de gekrulde citroenschil niet. In glas-en zilverwerk, schillen of overrijpe vruchten kon de kunstenaar naast de schoonheid en vergankelijkheid van het leven ook zijn eigen vakmanschap laten zien. Het is inderdaad knap werk om de illusie van een gedekte tafel te wekken met louter verf op een plat vlak. Ik doe het hem in elk geval niet na. De luttele pogingen die ik heb gedaan zijn faliekant mislukt…

Bronnen: Rijksmuseum.nl, Dit is Nederland in tachtig meesterwerken, Hans den Hartog Jager

 

Nog meer heilige verhalen

Wie is die met pijlen doorboorde man die daar met slechts een rode lendendoek aan de boom hangt? Jezus hangt toch altijd aan een kruis? Wie is die zwart-wit geklede non die half voor zich uitstaart en naar de grond wijst? Staan er nou muizen op de papierrol die ze in haar hand houdt? Jakkes!

En wie is die bebaarde man met het kindje op zijn schouder? Dat lijkt wel het kindje Jezus met een glazen bol met kruis in zijn hand.

Rechter paneel Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

Rechter paneel Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

Eerder beschreef ik het ontstaan van het Lockhorst drieluik en welke Bijbelse taferelen en figuren zich op het linkerpaneel en het middelste deel van het drieluik afspelen. Het zal je waarschijnlijk niet meer verbazen dat ook op het rechter paneel weer drie heiligen staan. Maar welke dan? Al zoekend leer ik welke heiligen het zijn en waarom: Sebastiaan, Gertrudis van Nijvel en Christoforus.

Compleet doorzeefd maar niet uitgeleefd
In dit schilderij zie je eigenlijk meerdere versies van het martelaarschap van Sint-Sebastiaan samengebracht. Het verhaal gaat dat Sebastiaan in de 3e eeuw na Christus op het Marsveld door Romeinse soldaten is doorboord met pijlen. Wonder boven wonder overleefde hij de pijlen. Volgens een ander verhaal zou hij naakt zijn vastgebonden aan een boom of paal. Ook dat zou hij hebben overleefd. Pas de derde keer was het raak toen hij werd doodgeknuppeld in het Circus van Rome. Vervolgens hebben ze hem als oud vuil in het riool Cloaca Maxima gegooid. Lekker dan!

Uit het slijk
Een heilige dame – de ene zegt Lucina, anderen zeggen Irene – viste zijn resten uit de drek, waste hem schoon en gaf hem alsnog een eervolle rustplaats in de catacomben aan de Via Appia bij de toenmalige apostelbasiliek. Later is op deze plek de basiliek van ‘Sint-Sebastiaan buiten de Muren’ gebouwd. Gezien de verhalen over zijn doorboring verbaast het me niets dat hij later beschermheilige werd voor onder andere de (boog-)schutters, soldaten en jagers.

Dochter van een heilige
Gertrudis van Nijvel (626-659) was de dochter van de heilige Ida van Nijvel. Het christelijke geloof is haar dus letterlijk met de paplepel ingegoten. Hoe kan een heilige trouwens kinderen krijgen? Het antwoord vind ik in de verklaring dat haar moeder de abdij van Nijvel pas in 1640 stichtte nadat ze weduwe was geworden. Haar dochter Gertrudis schijnt al op jonge leeftijd voor God te hebben gekozen. Toen een prins haar ten huwelijk vroeg was haar antwoord:  “Ik heb als bruidegom gekozen de eeuwige schoonheid die de oorsprong is van de schoonheid van alle schepselen. Hij die oneindig veel rijkdommen bezit en door de engelen wordt aanbeden.” Toe maar!

Al op 20-jarige leeftijd werd ze abdis, de vrouwelijke leider van de abdij. Ze bad en studeerde veel in de Heilige Schrift. Daarnaast stichtte ze veel kerken om de heiligen te eren. Ze leefde in grote armoede en gaf alles wat ze had aan de armen, weduwen en wezen. Door het vele vasten en waken was ze zodanig verzwakt dat ze al op 33-jarige leeftijd stierf.

Wat had Gertrudis dan met muizen?
Volgens de legende kampte Nijvel met een muizen- en rattenplaag. Geen gif, val of kat hielp om van de plaag af te komen. Uiteindelijk besloten de inwoners van Nijvel naar het klooster te gaan voor hulp. Tot ieders verbazing renden de muizen en ratten de stad uit toen Gertrudis begon te bidden. Daarmee waren ze van het ongedierte bevrijd. Op de site van de IKON lees ik dat de muis het symbool van de afweer van het kwaad is. Volgens een andere uitleg staat de muis symbool voor een ziel van een overledene die bij Gertrudis langsgaat om zegen te krijgen voor de reis naar het hiernamaals. Zou Jan van Scorel de muizen en ratten op de banderol hebben afgebeeld voor zijn eigen reis naar gene zijde? Of voor die van zijn opdrachtgever meneer Lockhorst?

Jezus op de schouders
De man helemaal rechts heet Christoffel of Christoforus wat Christusdrager betekent. Het is dus inderdaad het kindje Jezus op zijn schouders. Volgens een van de legendes op Wikipedia wilde ene Reprobus zijn diensten alleen aanbieden aan het hoogste gezag. ´Eerst trad hij in dienst bij de koning, die echter bang bleek te zijn voor de keizer. Hij trad in dienst bij de keizer, maar die was bang voor de duivel . Toen bood hij zijn diensten aan aan de duivel. De duivel was echter bang voor Christus en Reprobus besloot Christus te gaan dienen. Dat deed hij, op advies van een kluizenaar, door mensen op zijn brede rug een rivier over te dragen. Op zekere dag moest hij een klein kind de rivier over tillen. Terwijl hij daarmee bezig was werd het kind echter zwaarder en zwaarder, totdat Reprobus bijna bezweek en tot zijn schouders in het water stond. Toen openbaarde het kind zich als Christus en doopte Reprobus in de rivier. Zijn doopnaam werd Christoffel, Christusdrager. Jezus liet Christoffels staf groen uitlopen en zond hem weg om het evangelie te prediken.’ Jan van Scorel heeft alleen een kale staf geschilderd.

En natuurlijk werd ook Christoffel uiteindelijk gemarteld en onthoofd. Elk verhaal over de heiligen en hun volhardendheid in het christendom is weer even merkwaardig en intrigerend. Zo ook over dit drietal.

Bronnen: Centraalmuseum.nlChrisdenengelsman.nlIKON.nl, Wikipedia.nl

_______________________________________________________________________

Dit paneel is een onderdeel van Het Lockhorstdrieluik De intocht van Christus in Jeruzalem en is met ander werk van Jan van Scorel te bewonderen in het Centraal Museum. Lees meer over Het Lockhorstdrieluik en Drie heiligen op het linker paneel en De intocht van Christus in Jeruzalem op het middenpaneel.

Van verbod tot gebod

De bijzondere ontwikkeling van de christelijke kunst

Petrus en Paulus, 4e eeuw

Petrus en Paulus, 4e eeuw

Van een verbod op enige beeltenis van God tot de beeldengroep Laocoön en zijn zoons en de rijk beschilderde Sixtijnse Kapel in het Vaticaan – hét centrum van het westerse christendom. Hoe hebben de christenen deze radicale ommezwaai gemaakt? En waarom? De ontwikkelingen zijn veelomvattend en regionaal te verschillend om de hele lading te dekken. Maar er valt wel een rode draad in de ontwikkeling van de christelijke kunst te ontdekken.

Hekel aan beelden
Jezus Christus en zijn volgelingen worden eerst als een Joodse sekte beschouwd. Maar rond 30-40 n.Chr. begint het christendom zich snel binnen het Romeinse rijk  te verspreiden. De christenen weigeren de beelden van de Romeinse keizers te aanbidden, verafgoden. Mede door hun weigering de keizers te eren, worden ze door de Romeinen vervolgd.

Bidden in de basilica
Onder het bewind van Constantijn de Grote (280-337) wordt de Romeinse houding ten opzichte van de christenen milder. Kennelijk denkt Constantijn: ‘if you can’t beat them, you’d bettter join them’. Mogelijk had hij zelf ook christelijke overtuigingen? In 324 laat hij de Oude Sint-Pietersbasiliek voor de christenen bouwen. Tot die tijd heeft de Romeinse basilica een algemene functie voor rechtspraak en handel.

In 1506 neemt paus Julius II het initiatief om op de plek van de inmiddels afgetakelde Oude Sint-Pieter de huidige Sint-Pietersbasiliek te bouwen. Een project dat meer dan een eeuw zal duren. Met als resultaat dé basiliek die vandaag de dag nog steeds het hart van de rooms-katholieke kerk vormt.

Boodschap in beeld
De christenen willen hun geloof graag verder verspreiden. Alleen hoe moet je de religieuze boodschap overbrengen aan mensen die niet kunnen lezen? Daarom gaan de christenen toch afbeeldingen gebruiken. Dit zijn hele sobere tweedimensionale beelden met een vaste hiërarchie van figuren. zonder decoratieve elementen die alleen maar van de boodschap kunnen afleiden.

Overigens is niet iedereen het eens met het gebruik van afbeeldingen. Tussen 726 en 824 lopen in het Byzantijnse Rijk de meningen nogal uiteen. De schilder, schrijver en docent kunstgeschiedenis Julian Bell beschrijft deze tendens in zijn boek Spiegel van de wereld (2008). De voorstanders – de zogeheten iconodulen – geloven dat de afbeeldingen van Jezus de ziel in de juiste richting kunnen wijzen. De iconoclasten (beeldenstormers) vinden juist dat bidden voor afbeeldingen afgodendienst is. Net als de eerste christenen.

Moeder Gods van Vladimir, 1131

Moeder Gods van Vladimir, 1131

Iconen in Byzantium
Hoe krijgt de kunst dan toch voet aan de grond? Uiteindelijk overwint het idee dat kunst een religieuze betekenis heeft. In Spiegel van de wereld beschrijft Bell de argumentatie hiervoor: “God, die de mens naar zijn beeld had geschapen en zelf vlees was geworden, garandeerde de rechtgeaardheid van afbeeldingen.”

Volgens Bell ondersteunden de kerkelijke legenden zoals die van Lucas dit standpunt. De heilige Lucas, schrijver van een der evangeliën, zou afbeeldingen hebben gemaakt van de maagd Maria en haar kind tijdens hun leven. 1130 jaar later bidden de schilders in Constantinopel voordat ze beginnen te schilderen. Zo hopen ze naar het voorbeeld van hun voorganger getrouwe beelden van de heilige te maken – de zogeheten iconen. Een mooi voorbeeld hiervan is De maagd van Vladimir, 1131. De gelovigen denken door dergelijke iconen te beschouwen dichter bij de genadige moeder God zelf te komen.

Leven in en met het geloof
Rond de 11e eeuw ontstaan de eerste kloosterordes die kloosters bouwen om zich in totale afzondering aan het geloof te wijden. De gebouwen in de Romaanse stijl zijn heel donker en massief met veel steen, rondbogen en weinig raam. Deze kerken versterken de angst en het nietige gevoel van de mensen. Mooie Nederlandse voorbeelden zijn de Sint-Servaasbasiliek en de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw in Maastricht.

Reliekhouder, Limoges_ca 1200

Reliekhouder, Limoges, ca. 1200

Halverwege de 12e eeuw willen steeds meer gelovigen zelf de overblijfselen van heiligen zien. Wat doe je dan met de overblijfselen van de heiligen – de zogeheten relikwieën? Natuurlijk kun je die niet zomaar op een schaal leggen. Daarvoor worden reliekhouders gemaakt, soms in de vorm van de relikwie zelf zoals een vinger, schedel of ellepijp. Afhankelijk van de rijkdom van de opdrachtgever worden dit ware rijk gedecoreerde kunstwerken met de kostbaarste pigmenten als goud en azuurblauw.

Interieur kathedraal Santiago de Compostella

Interieur kathedraal Santiago de Compostella

Religieus toerisme
Een van de belangrijkste christelijke bedevaartsoorden is Santiago de Compostella, waar zich volgens de legende het graf van de apostel Jakobus bevindt. De mensen komen van heinde en verre en meestal te voet. Om de pelgrims tijdens hun lange en zware reis onderdak te bieden en het geloof te belijden, ontstaan de eerste pelgrimskerken. Waarom willen ze eigenlijk al deze ontberingen doorstaan? Meestal om te genezen of boete te doen voor hun zonden. Het enige levensdoel in de Middeleeuwen is een plekje in de hemel bemachtigen.

Met de opkomst van het religieuze toerisme stopt onze reis even. Graag neem ik jullie in de volgende blog verder mee.

_________________________________________________________________________

Ik heb deze blog geschreven als gastblogger op de website van Kunsthistorische Leergangen Utrecht.

Bronnen: Spiegel van de wereld, Julian Bell, 2008, Wikipedia.nl,
Cursus Inleiding kunstgeschiedenis, Hanneke Leenders – KLU  

Grensoverschrijdend

Grens, Joop Moesman, 1950

Grens, Joop Moesman, 1950,Centraal Museum Utrecht

Waarom fascineren de werken van Joop Moesman mij zo? Echt vriendelijk kun je zijn schilderijen niet noemen. Eerder bevreemdend, een beetje wreed en seksueel geladen. ´Sex sells´ – dus misschien is dat het wel…

In veel van zijn werken komen (delen van) naakte mannen of vrouwen voor, meestal vervormd. Van de rondborstige vrouwen gaat door hun vleesmassa en houding vaak iets dreigends uit. Zijn schilderstijl is realistisch en tegelijk heel onwerkelijk – typisch surrealistisch. Hij wordt niet voor niets ook wel de Nederlandse Dalí genoemd.

Grens
Neem nu het schilderij Grens uit 1950. Het doek wordt doorsneden door een eindeloos lange witte muur die de grens vormt tussen land en zee. Misschien ook de grens tussen lichaam en geest? Tussen materie en lucht?

Ontblote vrouw
Wie is die voluptueuze vrouw zonder onderbenen en gezicht? Ogenschijnlijk zonder gêne toont ze haar waren. Voor de vorm heeft ze een rafelige sjaal losjes over haar schouders gedrapeerd. De uitsparing van haar sjaal doet me denken aan dat van een non in habijt. Door het silhouet van haar gezicht zie je de zee en de horizon – de grens tussen water en lucht.

Onthoofde vrouwen
Waarom liggen die witte koppen daar zo kris kras door elkaar? Alsof ze achteloos tegen de muur zijn neergekwakt door Griekse bouwvakkers die op de restanten van een Griekse tempel zijn gestuit en balen dat de bouw wordt stilgelegd. En ze weer naar hun centen kunnen fluiten.

De koppen lijken op afgietsels van het borstbeeld van de blauw gesluierde non rechts op het schilderij. Dergelijke bustes zie je in meerdere van zijn werken terug. De heilige Maria die hij niet uit kan staan?

Het lijkt wel alsof een kop zich door het muurtje heen heeft gewurmd en zich wanhopig in zee heeft gestort. Er vlak naast piepen twee dunne sprieterige onderbenen onder een rode gedrapeerde sjaal uit. Op de grens van dood en levend.

Ingemetselde gevallen vrouw
En wie is die gracieuze vrouw in een sierlijke pose half in de muur gemetseld? Het doet me denken aan een prostituee die in het raam op een klant wacht. Ondanks haar witte huid oogt ze als een mens van vlees en bloed, niet als een standbeeld. Haar hoofd, borsten, linker arm en knieën zijn al in de muur verdwenen. Haar rechter hand houdt ze nog aan onze kant van de muur. Ze bevindt zich letterlijk op de grens. Maar de grens van wat?

De grenzen van het katholieke geloof heeft hij in elk geval zeker overschreden. Moesman stak dan ook niet onder stoelen of banken dat hij een hekel had aan de katholieke kerk. Maar wat wilde hij hier nu mee zeggen en met zijn andere werken? Uit het boek Magisch Utrecht van Jan Juffermans maak ik op dat hij zelf niet of nauwelijks uitleg bij zijn werk gaf. En al zeker geen diepzinnige.

Ik vrees dat ik het antwoord op mijn vragen dan ook niet zal krijgen. Ook al zou ik zelf de grens van leven naar dood oversteken voor een praatje met hem in het hiernamaals…..

________________________________________________________________________

Het schilderij Grens en vele andere werken van Moesman zijn tot en met 9 juni 2014 te bewonderen bij de tentoonstelling Surreële werelden in Centraal Museum Utrecht.

Bronnen: Magisch Utrecht van Jan Juffermans, 2010 en CentraalMuseum.nl

Vriendschap plus

Dubbelportret Carl Georg Heise en Hans Mardersteig, Oskar Kokoschka, 1919

Dubbelportret Carl Georg Heise en Hans Mardersteig, Oskar Kokoschka, 1919, Museum Boijmans Van Beuningen

Wie zijn deze mannen en wat bindt hen? Beiden staren voor zich uit, ieder in hun eigen wereld. Ieder in hun eigen vakje. En toch lijkt het of iets hen verbindt. Maar wat dan?, vroeg ik me afgelopen zondag af toen ik voor dit schilderij van Oskar Kokoschka stond in Museum Boijmans Van Beuningen.

Ze hebben iets zachts en kwetsbaars over zich. Te zacht om zakenpartners te zijn, lijkt me. Broers of vrienden misschien? Gelukkig had ik de multimedia tour gedownload dus kon ik op mijn gemak naar het kleurrijke schilderij blijven kijken en tegelijk luisteren naar de uitleg.

Expressionistische kleurenexplosie
Nadat ik al heel wat donkere schilderijen van Kokoschka zijn hand had gezien, was het verfrissend om wat langer bij dit kleurrijke schilderij stil te staan. Het meest opvallend en onrealistisch was het gele gezicht van de man links. Zijn diep donkerblauwe pak contrasteert mooi met het rood en geel van zijn gezicht en de tafel.

Meer dan vriendschap alleen
Ondertussen hoorde ik het antwoord op mijn vraag. Deze twee mannen zijn de typograaf Hans Mardersteig en de kunsthistoricus Carl Georg Heise die een homoseksuele relatie met elkaar hadden. Dus dat is wat hen bindt!

Ze waren bevriend met Kokoschka die door zijn kleurgebruik hun verschillende karakters wilde uitbeelden. Mandersteig was introvert en heeft daarom een donkerblauw pak aan. Het gele gezicht illustreert het innerlijke vuur in hem. Het extravertere karakter van Heise komt tot uitdrukking in een uitbundiger kleurgebruik met losse toetsen. Persoonlijk vind ik dat wat moeilijker te zien. Groen vind ik meer een rustgevende kleur.

Samen en toch apart
Een ander opvallend detail is de dwarslat. Eerst was het de bedoeling dat de portretten samen een tweeluik met scharnieren zouden vormen. Later werden ze toch in één lijst gevat. Volgens de multimediatour van Boymans zou het schilderij zonder het inklapmechanisme probleemloos in de traditie van het vriendschapsschilderij passen. En dat was beter, omdat hun liefdesrelatie in die tijd nog strafbaar was.

Wat maakt het nu voor verschil of je samen in één lijst met een tussenschot zit of als twee losse panelen met een scharnier ertussen? Toen was dat kennelijk een wezenlijk verschil. Maar goed dat ze toch samen zijn gebleven, want juist het dubbelportret is fascinerend en roept vragen op. Tenminste bij mij.

Bron: Museum Boijmans Van Beuningen

Wat bezielde deze dames?

Heilige grootmartelaressen Paraskeva Pjatnitsa, Catharina en Barbara

Heilige grootmartelaressen Paraskeva Pjatnitsa, Catharina en Barbara, Russisch, 1675-1700

Wat bezielde deze dames toch? En al die andere martelaren en martelaressen? Die vraag ging steeds door mijn hoofd bij de expositie Goddelijk Inspiratie in Museum Catharijneconvent. Zelf ben ik niet gelovig en kan me dus maar moeilijk in het martelaarschap verplaatsen.

Op deze Russische ikoon* zie je de heilige Paraskeva Pjatnitsa, Catharina en Barbara die zijn gestorven voor hun geloof. Deze dames hadden stuk voor stuk hun hart verpand aan Jezus. Hoe werkt dat nou? Dat je verliefd bent op iemand die niet meer leeft? Waarvan voor mij de vraag is of die überhaupt heeft geleefd. Volgens de  orhodox-christelijke benadering is Jezus (Jesjoea in het Hebreeuws) de ‘gezalfde’ van God is en zelf ook God (de leer van de goddelijke drie-eenheid). Dus eigenlijk hadden ze hun ‘ziel verkocht’ aan God. En dat moesten ze bekopen met martelingen en uiteindelijk de dood.

Soort Droste-effect van devotie
Deze drie martelaressen hebben hun martelingen vol overtuiging doorstaan. Volgens Museum Catharijneconvent werden zij voortdurend gered door hun diepe geloof of door de tussenkomst van engelen. Als een soort medaille voor hun volharding dragen ze alle drie het martelaarskruisje. Op deze ikoon draagt de heilige Catharina een schriftrol met de geloofsbelijdenis. Bovenaan in het midden van de rand zie je Christus aan wie ze hun leven hebben gewijd. De zilveren bekleding wordt ook wel een oklad genoemd en is een geschenk aan de heiligen uit dankbaarheid voor het verhoren van een gebed. Het lijkt wel een soort devotie voor de devotie.

Stripverhalen avant la lettre
Sommige ikonen zijn complete stripverhalen waarin de levens en de wonderen van de heiligen in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat de legendes grotendeels overeenkomen. Zo zijn bij de tentoonstelling Goddelijke Inspiratie ook panelen met meerdere scènes uit het leven van Catharina en Paraskeva Pjatnitsa te zien. De heilige Barbara is in deze expositie niet apart uitgebeeld, maar op internet vond ik wel meer informatie over haar levensloop.

Barbara en de toren
Volgens de overlevering is mijn naamgenoot door haar heidense vader opgesloten in een toren om haar te beschermen tegen alle jongemannen die naar haar hand dongen. Ook liet hij speciaal voor haar een badhuis bouwen, zodat ze niet in de verleiding zou komen in de openbare baden. In dit badhuis zaten eerst twee ramen, maar zij liet er zelf een derde venster in bouwen. Om heimelijk de heilige drie-eenheid te eren…

Toen haar vader merkte dat ze zich tot het Christendom had bekeerd, liet hij haar folteren. Maar wonder boven wonder genazen ‘s nachts haar wonden op miraculeuze wijze. Uiteindelijk onthoofdde hij haar, maar werd daarop zelf dodelijk door de bliksem getroffen.

Ze wordt gewoonlijk voorgesteld met andere attributen zoals een kroon en martelpalm, of met een zwaard (waarmee ze werd gedood). Maar de toren met drie ramen spreekt wel het meeste tot mijn verbeelding. Zo heeft ook het Barbarabeeld in de St. Catharinakathedraal in Utrecht een toren in de hand.

Catharina boog voor geen enkele marteling
De hier afgebeelde vrouw is de heilige Catharina van Alexandrië, ofwel ‘De heilige Katharina, de grote martelares’. Haar naam betekent ook ‘de altijd reine’. De heilige Catharina van Alexandrië stierf in 307 en was een van de populairste heiligen van de Middeleeuwen.

Volgens de verhalen kende Catharina op 15-jarige leeftijd alle werken van Plato al uit haar hoofd. Toen ze net Jezus haar maagdelijkheid had beloofd, werd keizer Maxentius verliefd op haar. Na haar afwijzing van hem, wilde hij haar dwingen haar geloof af te zweren met gruwelijke folteringen. Ook stuurde hij veertig heidense filosofen op haar af om haar te bekeren, maar in plaats van Catharina werden de geleerden bekeerd tot het Christendom. Vervolgens wilde hij haar laten verpletteren met een rad waarop scherpe ijzeren punten waren gemonteerd. Alleen brak het rad getroffen door de bliksem en hield Catharina stand. Toen hij haar wilde laten verbranden, waaide het vuur uiteen en verbrandde de beulen. Na al deze mislukte pogingen om haar te bekeren, liet hij haar uiteindelijk onthoofden.

Oudste en meest bekende klooster
Uit haar halswond stroomde melk die de stad van de pest bevrijdde. Volgens de legende werd haar lichaam door engelen naar de Sinaïberg gebracht, waar het rond het jaar 800 door pelgrims werd teruggevonden. Misschien werd ze daarom pas in de Middeleeuwen zo populair? Naast de berg werd later een van de oudste en meest bekende kloosters ter wereld gebouwd dat naar haar vernoemd is: het  Katharinaklooster. Ook de St. Catharinakethedraal in Utrecht is aan haar gewijd.

Paraskeva Pjatnitsa vervolgd door de Romeinse keizer  
Anders dan de heilige Barbara waren de ouders van Paraskeva Pjatnitsa wel christelijk. Bij haar geboorte op een vrijdag noemden zij haar Paraskeva; vrijdag in het Grieks. Nadat haar ouders jong waren gestorven wijdde ze zich geheel aan het christelijke geloof en bekeerde ze velen. Volgens de informatie op de website Russian Icons stierf ze in 300 na Christus, tijdens de vervolgingen van christenen door de Romeinse keizer Diocletianus. De heilige weigerde om een offer te brengen aan heidense goden. Ze werd onderworpen aan diverse folteringen, opgehangen aan een boom en in een gevangenis gegooid waar ook zij op wonderbaarlijke wijze genas. Daarna werd ze opnieuw opgehangen aan een boom en verbrand door fakkels. Uiteindelijk werd St. Paraskeva onthoofd, en begroeven de christenen haar lichaam.

Beschermster van de vrouw
Ze is nu de meest bekende en favoriete heilige van Rusland. Haar imago wordt geassocieerd met het thema van het lijden van Christus en de Goede Vrijdag. Haar witte kap is het symbool van haar maagdelijkheid. Paraskeva wordt beschouwd als beschermvrouwe van vrouwen en meisjes en is patrones van de kooplieden en de markten, welke laatste immers vooral op vrijdag worden gehouden.

Ook nadat ik me grondig in het leven van deze dames en hun volle overgave heb verdiept, kan ik er nog steeds niet bij. Waarom zou je zo lijden en jezelf opofferen aan een geloof? Wat heb je eraan als je postuum vereerd wordt? Niets, helemaal niets, denk ik dan. En toch, toch bewonder ik ze ook dat ze zo konden gaan voor hun ware geloof….

_________________________________________________________________________

* Ikoon: afbeelding van Christus, de Moeder Gods, heiligen of hoogfeesten. Zij behoren tot de orthodokse kerken en zijn onlosmakelijk verbonden met het kerkelijke en spirituele leven van deze kerken en gelovigen.

Deze ikoon en vele andere zijn tot 4 augustus 2013 te zien bij de tentoonstelling Goddelijke Inspiratie in Museum Catharijneconvent.

Bronnen: Museum Catharijneconvent , WikidpediaSt. Catharinakathedraal,
RussianIcons

 

Drie heiligen op een rij

Eerder vertelde ik hoe Jan van Scorel tot het schilderen van het Lockhorst drieluik kwam. Toen ontdekte ik ook dat elk paneel eigenlijk een schilderij op zich is. Een schilderij vol verhalen. Helaas heeft niet elke heilige op het linker paneel  een blij verhaal…

Linkerpaneel Lockhorst drieluik, 1526-1527

Linkerpaneel Lockhorst drieluik, 1526-1527

Verloofd met Jezus Christus
Zo ging ik beter kijken naar de dame helemaal links op het linker paneel. Wie is toch die schaars geklede schone? Ze heeft wel heel weinig om het lijf. En wat doet ze daar met een schaap aan haar voeten en een degen in haar hand?

Deze dame stelt de heilige Agnes voor die als 13-jarige weigerde te trouwen, omdat ze volgens zichzelf al met Jezus Christus verloofd was. Daarom werd ze bedreigd, gemarteld en verkracht. En uiteindelijk zelfs vermoord door een steek met een zwaard in haar keel.

De legende wil dat zij acht dagen nadat ze was begraven in de catacomben (3e of 4e eeuw) aan de via Nomentana in Rome, werd gezien in een gouden kleed, met een verlovingsring van Jezus Christus aan haar vinger en haar rechterzijde een wit lam. In de 7e eeuw werd op deze plek de basiliek Sint Agnes buiten de muren gebouwd. Op haar naamdag (21 januari) zegent de paus in deze kerk nog steeds twee lammeren.

Beschermheilige hoornvee
En wie is die rijk uitgedoste heilige die met zijn rug naar haar toestaat? Wat doet hij met die hoorn in zijn handen?

Deze man is paus Cornelius. De hoorn (cornu) is een associatie met zijn naam Cornelius. Hij is dan ook beschermheilige van de boeren en het rundvee (met name hoorn- en kleinvee).

In 251 werd Cornelius tot bisschop van Rome gewijd, en dus ook tot paus. Helaas duurde zijn loopbaan als paus niet lang. Zijn gematigde houding tegenover afvallige christenen bracht hem in conflict met Novatianus die extreme opvattingen verdedigde en zichzelf als paus zag (hij werd niet officieel erkend). Toen keizer Trebonianus Gallus de kerkvervolgingen opnieuw aanscherpte, werd paus Cornelius verbannen en gevangengenomen in Civitavecchia. Hier stierf hij in juni 253.

Officieel stierf hij door de ontberingen van zijn verbanning. Maar volgens sommigen gebeurde dit door onthoofding en daarom kreeg hij de titel ‘martelaar’ en werd hij als heilige vereerd.

Bijzonder is dat Van Scorel hem op dit schilderij de gelaatstrekken van paus Adriaan VI heeft gegeven, die meer dan duizend jaar later leefde: van 1459 tot 1523. Adriaan VI is de enige Nederlandse paus die we hebben gekend. Jan van Scorel heeft ongeveer een jaar in Rome voor hem gewerkt.

De vader van het kloosterleven
En de oude grijsaard met de baard; zit die nu werkelijk op de rug van een varken of lijkt dat alleen maar zo?

Deze christelijke heilige is bekend onder meerdere namen waaronder Antonius van Egypte, Antonius-Abt,  Antonius de Grote of Antonius met het varken

Antonius werd in 251 in Egypte geboren als kind van rijke ouders. Nadat zijn ouders stierven toen hij twintig jaar was, gaf hij alle bezittingen aan de armen en trok zich in eenzaamheid in de woestijn terug.

Later voegden andere christenen zich bij hem en vormden een van de eerste gemeenschappen van monniken in zijn klooster van Sint Antonius in de Oostelijke Woestijn van Egypte. Daarom staat hij ook wel bekend als de vader van het kloosterleven.

De bijnaam Antonius met het varken kreeg hij pas in de Middeleeuwen. De Antonieten, leden van de naar hem vernoemde verpleegorde, mochten hun varkens vrij laten rondlopen als vergoeding voor de verpleging die zij verstrekten. Op zijn naamdag 17 januari werden deze varkens geslacht en het vlees verdeeld onder de armen.

Op dit schilderij heeft Jan van Scorel hem dan ook afgebeeld met de herkenbare attributen: het varken en de kluizenaarsstaf.

Drie heiligen verenigd
Deze drie heiligen hadden tijdens hun korte of lange leven niets met elkaar te maken. Eeuwen later vereeuwigde Jan van Scorel hen samen op het doek, maar zonder dat ze met elkaar in contact zijn. Samen en toch apart.

Bron: Wikipedia.nl
_______________________________________________________________________

De intocht van Christus in Jeruzalem en ander werk van Jan van Scorel is te bewonderen in het Centraal Museum. Lees meer over Het LockhorstdrieluikDe intocht van Christus in Jeruzalem op het middenpaneel en Nog meer heilige verhalen op het rechter paneel.

Lockhorst drieluik

Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

In mijn vorige blog kon je lezen hoe Jan van Scorel zijn Italiaanse ervaring resulteerde in een ware productieplaats voor Madonna’s. Wat deed Van Scorel nog meer met zijn inspiratie?

Van het Vaticaan naar de Domkerk
Na de dood van de Utrechtse paus Adrianus VI in 1523 keerde Jan van Scorel vanuit dé kunststad Rome terug naar Utrecht. Daar kreeg hij de opdracht van Herman van Lockhorst om een memorietafel te schilderen voor het familiegraf in de Domkerk. Het werd een fiks drieluik waarin van alles gebeurt.

Goed voorbeeld doet volgen
Dit is het eerste grote schilderij waaruit de invloed van de klassieke oudheid en de Italiaanse renaissance op Van Scorels werk blijkt. Hij heeft de compositie ontleend aan de zondvloed van Michaelangelo in de Sixtijnse kapel. De figuren zijn geënt op het werk van Rafaël. De intrede van Christus in Jeruzalem symboliseert de intrede van de ziel in het hemelse Jeruzalem. Op de buitenpanelen staan leden van de familie Van Lockhorst. Jammer genoeg zie je die nu niet in het Centraal Museum. Dan zou je spiegels moeten ophangen om de achterkant te zien.

Wie was de opdrachtgever?
Herman van Lockhorst was deken van de St. Salvatorkerk en kanunnik van de Dom. Toen Van Scorel terugkwam uit Italië ging hij bij Van Lockhorst wonen. Hij gaf Van Scorel de opdracht voor het drieluik. Van Lokhorst liet het gebeeldhouwde en geschilderde grafmonument herstellen van zijn voorvaderen, die in het midden van de Domkerk begraven liggen. Het drieluik moet als memorietafel in de buurt van het graf een plaats hebben gehad.

Gescheiden en weer samen
Daarna is dit triptiek in vijf losse stukken uit elkaar geraakt. In de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw doken de vijf panelen op bij verschillende kunstveilingen. Gelukkig zijn ze door de familie Fentener van Vlissingen weer bij elkaar gebracht en aan het Centraal Museum in Utrecht geschonken.

Er gebeurt van alles…
Toen ik het Lockhorst drieluik beter bestudeerde, vroeg ik me af wat er allemaal op de panelen gebeurt en wie die mensen allemaal zijn. Het is fascinerend wat Jan van Scorel allemaal in dit schilderij heeft verwerkt. Eigenlijk is elk paneel een schilderij op zich en is het zonde om dat allemaal in dit ene artikel te proppen.

Ook benieuwd naar wat ik allemaal zag en te weten ben gekomen? Lees daarover binnenkort meer op deze blog …

Bronnen: Centraalmuseum.nlChrisdenengelsman.nl
________________________________________________________________________

De intocht van Christus in Jeruzalem en ander werk van Jan van Scorel is te bewonderen in het Centraal Museum. Lees meer over de heiligen en verhalen op de drie panelen: Drie heiligen op het linker paneel  De intocht van Christus in Jeruzalem en Nog meer heilige verhalen op het rechter paneel.

Jan van Scorel bracht Italië naar Nederland

Madonna met kind_Jan van Scorel

Maria met kind, ca. 1527 – 1530


Als je de eerste expositieruimte van het Centraal Museum in Utrecht binnenstapt, loop je bijna meteen tegen twee Madonna’s met kind van Jan van Scorel aan.

De ene heet gewoon Madonna met kind en de andere Madonna met wilde rozen. Terwijl ook daar het kind wel behoorlijk veel aandacht vraagt. Jezus is een flink uit de kluiten gewassen knaap.

Beide Madonna’s hebben een zacht, rond gezicht en behoorlijk grote oren. Bij de ene gaan ze nog verscholen onder de dikke vlecht, bij de andere piepen ze er pontificaal onderuit.

Op beide schilderijen zie je blauwe lijnen, als een soort spataderen. Dat is de loodstift uit de ondertekening die in de loop der jaren door de verflaag heen is gekomen.

Wat mij verder opviel: de stof van de jurk lijkt op beide schilderijen behoorlijk dik. Toch priemen daar pronte tepels door de stof heen. En ze zitten ook behoorlijk hoog tegen de schouder aan. Jan van Scorel had wel een heel bijzonder model of zijn fantasie ging aan de wandel…. Een meer voor de hand liggende reden is dat hij de techniek nog moest leren beheersen, omdat dit onderwerp nog vrij nieuw was voor hem.

Rood, wit en blauw
In beide schilderijen is Maria gekleed in de voor de klassieke westerse kunst gebruikelijke kleuren rood, wit en blauw. Wit is de kleur van het licht. Het wijst ook naar onschuld en maagdelijkheid. Blauw is de kleur van de hemel, vandaar een ‘hemels’ blauwe kleur. Blauw is net als wit de kleur die verwijst naar reinheid en zondeloosheid. Het rood van haar jurk zou staan voor lijden of voor koninklijke waardigheid.

Madonna met Wilde rozen

Madonna met wilde rozen, ca. 1530

Ezel of koe?
Wat mij nog opviel op het schilderij Madonna met wilde rozen zijn een man met een koe op de heuvel rechtsachter de Madonna. Ik vind het tenminste op een koe lijken, maar volgens Chris den Engelsman is het een ezel. De ezel doet vermoeden dat dit schilderij een voorstelling van een rust op de vlucht naar Egypte is.

Massaproductie
Jan van Scorel begon met het schilderen van zijn Madonna’s in de jaren 1527-1530, toen hij zijn werkplaats in Haarlem vestigde en met knechten en leerlingen productie begon te maken. Mogelijk is Madonna met wilde rozen het product van een samenwerking tussen Jan van Scorel en zijn leerling Maerten van Heemskerck.

Van Scorel zette als eerste in Nederland een schilderswerkplaats op naar Italiaans model, waarbij veel leerlingen ook een grote productie mogelijk maken. Later zou Rubens zijn voorbeeld volgen.

Importeur van de Italiaanse Renaissance
Van Scorel veranderde de schilderkunst in Nederland voorgoed. Karel van Mander noemt hem in zijn Schilder-boeck uit 1604 “Lanteerndrager en straetmaker onser consten”. Waarmee hij bedoelde dat Van Scorel de grondlegger is van de schilderkunst in de Noordelijke Nederlanden. Hij speelde een hoofdrol in de verspreiding van de Italiaanse renaissancekunst in de Noordelijke Nederlanden.

Dat is een flink statement en toch is hij een relatief onbekende gebleven, in ieder geval veel minder bekend dan Hals, Rembrandt of Vermeer. Gelukkig heeft Jan van Scorel nu wel een plaats op de eerste rang bij de opstelling Dit is het Centraal Museum…

Bronnen: Centraalmuseum.nl, Chrisdenengelsman.nl, Kerstbeelden.nl