Een illusie armer

Wanneer ik het schilderij Wanderer über dem Nebelmeer voor het eerst zag, weet ik niet meer. Dat het mij sindsdien niet meer loslaat, weet ik wel. Dus toen zomer 2020 door corona onze trip naar Amerika niet doorging en Jasper voorstelde dan maar met de auto naar Duitsland te gaan, wist ik meteen onze bestemming: de plek waar Caspar David Friedrich dit schilderij maakte. Tenminste dat dacht ik…

Elbe bij Bad Schandau

Rivier de Elbe bij Bad Schandau

In de voetsporen van de grote schilder

Al Googlend beland ik op de Caspar David Friedrich Weg – een onderdeel van de 115 kilometer lange Malerweg – in de Sächsische Schweiz. Dat wordt ons reisdoel. Nadat we op een mooie zonnige ochtend vanuit Bad Schandau met het veerbootje naar de overkant van de Elbe zijn gevaren, zoeken we het startpunt van de wandeling. We volgen een stukje de rivier tot we bij het eerste informatiebord komen met daarop de uitleg wat hij daar schilderde.

Zo lopen we van bord naar bord en turen we door de dichte begroeiing heen om te ontdekken wat de schilder daar zag. Soms vangen we een glimp op van een stukje rots, maar vaker zitten de bomen in de weg en moeten we het van de plaatjes op het paneel hebben. Gelukkig is de wandeling zelf ook mooi, maar toch toch voel ik een soort onrust om het ware doel van mijn reis te bereiken. Bij elk paneel word ik ongeduriger. Waar blijft nou dé hotspot?

Reinhardtsdorf-Schöna, Sächsische-Schweiz

In geen velden of wegen te bekennen

Na een Kafé met Kuchen op een terras met prachtig uitzicht lopen we terug naar de wandelroute. We zijn al over de helft dus nu kan het niet lang meer duren tot we op de magische plek komen. Hoe vaak heb ik daar afgelopen weken al niet van gedroomd? Ondertussen hebben we de rotspartijen achter ons gelaten en lopen we door de velden. En precies daar in die velden stuiten we op een informatiepaneel met een afbeelding van hét schilderij. Ik kijk nog eens goed om me heen en herken toch niets van het beroemde werk. Nog los van het feit dat het een stralende dag is zonder mist. Hoe kan dat nou?

Een illusie armer en een ervaring rijker

Tot nu toe was elk paneel een soort kijkwijzer waarbij je blik op de rotspartijen werd gericht die Friedrich had geschilderd. Maar juist nu ik bij een afbeelding van mijn droomschilderij ben beland vind ik geen aanknopingspunten om mij heen. En dan helpt het informatiebord mij uit de droom: het is letterlijk een droomschilderij. Een fantasielandschap gebaseerd op vijf eerdere schetsen en tekeningen.

Wanderer über dem Nebelmeer, Caspar David Friedrich, ca. 1817

Nadat ik van de eerste teleurstelling ben bekomen, lopen we verder. Oké, ik heb mezelf niet letterlijk de Wanderer über dem Nebelmeer kunnen wanen. Maar ik vind het wel een romantisch idee dat dit landschap aan zijn fantasie is ontsproten en dat deze eenzame figuur mijmerend over de zee van mist misschien wel hijzelf is. Caspar David Friedrich was tenslotte een schilder van de Duitse romantiek.

De kriebels

Toen ik op een zondagmiddag in het Museum Ludwig in Keulen tegenover dit schilderij stond, kreeg ik de kriebels. Hoe die dokter daar staat met de injectienaald in zijn hand. De stoel op de achtergrond doet me denken aan een elektrische stoel. Brrr…

Portret van Dr. Hans Koch, Otto Dix, 1921

Portret van Dr. Hans Koch, Otto Dix, 1921

Als ik nog een tweede keer kijk, zie ik de beugels die aan de stoel bevestigd zijn. Het lijkt me idioot hoog, maar ik neem aan dat deze bedoeld zijn voor vrouwen om hun benen in te leggen. Dat geeft me nog meer de kriebels. Zo’n dokter Kreep die tussen je benen kijkt. Jakkes!

Nare ervaring
Dat herinnert mij ook aan mijn eigen eerste ervaring met een gynaecoloog. Ik was een jaar of zeventien en keek nou niet echt naar het bezoek uit. Naast dat het niet helemaal pijnloos was, was het vooral heel ongemakkelijk, heel gênant. Toen de arts klaar was, bleef hij net iets te lang bij mijn buik dralen om vervolgens met zijn handen omhoog te klimmen. Ik had dan geen ervaring met gynaecologen, maar mijn instinct zei dat dit niet pluis was. Dus ik ging zo snel als ik kon vanuit die ongemakkelijke positie rechtop zitten, zwaaide mijn benen over de rand en griste mijn kleren bij elkaar. Terwijl ik me vliegensvlug aankleedde mompelde ik met mijn gezicht naar beneden gericht dat we ‘volgens mij’ wel klaar waren. Vervolgens snelde ik naar de deur en verliet met verhitte wangen de ruimte.

Jaren later vertelde de moeder van een vriendin dat zij een soortgelijke ervaring met deze arts had en dat hij na meerdere aangifte ontslagen was. Ik ben opgelucht dat hij uiteindelijk gepakt is, maar boos dat sommige kerels dus op die manier misbruik van hun positie kunnen maken.

Op het bijschrift bij het schilderij lees ik dat deze arts geen gynaecoloog is, maar een uroloog. Iemand die zich bezighoudt met de nieren en urinewegen van mannen en vrouwen. Het is dan wel een ander specialisme, maar ze begeven zich beide op hetzelfde intieme vlak. Of in dezelfde gevarenzone… Het is maar net aan welke gek je bent overgeleverd.

Niets is zwart-wit

Voor ze in de donkerte van het depot verdwenen, liep ik altijd even bij ze langs. En altijd kreeg ik dan een glimlach op mijn lippen van de man met de baret op die je meesmuilend aankijkt. Een mooi contrast met de andere man die juist diep in gebed verzonken lijkt te zijn. Verder dan er even langslopen en een blik op werpen, deed ik niet. Gelukkig zijn ze nu weer terug en kan ik wat langer bij ze stilstaan.

Democritus en Heraclitus

Democritus en Heraclitus, Johannes Moreelse, ca. 1630, Centraal Museum

Jantje lacht, Jantje huilt
Ik ben gefascineerd door de tegenstelling tussen hun beiden. Het lijkt wel of Democritus (ca. 470 – ca. 360 v.Chr.) iemand uitlacht, maar hij wijst naar de wereldbol naast hem. En Heraclitus (ca. 535 – ca. 475 v.Chr.) ernaast, zou hij zo fanatiek bidden voor God of de mensheid? Democritus kijkt je direct aan, lijkt meer extravert. Heraclitus maakt juist totaal geen contact, is in zichzelf gekeerd.

De twee tegenpolen trekken mij aan. Misschien wel omdat er lichtvoetige mensen zijn die overal de lol van inzien. En mensen die juist zwaarder op de hand zijn. Die soms doorslaan naar somberheid, scepsis. Ik zie deze schilderijen ook als een soort Yin-Yang, zwart-wit, licht-donker. Of als Jantje lacht en Jantje huilt, maar dan niet dezelfde Jantje.

Mensen van de straat
Het bruinige gezicht van beide heren en de ontblote witte schouder van Democritus vind ik erg veel lijken op de stijl van Caravaggio. Dat is niet verrassend. De schilder Johannes Moreelse (ca. 1602 – 1634) was namelijk een van de Utrechtse caravaggisten die naar voorbeeld van Caravaggio echte mensen van de straat schilderde. Zonder hen de zogenaamde ‘Photoshop-bewerking’ te geven.

De witte blouse en licht glanzende stof (velours?) van de mantel van Democritus doet chiquer aan dan de doffe roestbruine stof van Heraclitus zijn gewaad. Dat gewaad doet me denken aan de bruine pij van de ascetische monnik Franciscus van Assisi. Franciscus ontzegde zich alle luxe om te leven in armoede. Zou een mens daar nu echt beter van worden? Eerlijk gezegd betwijfel ik dat. Achter Democritus liggen boeken op een plankje. Dat geeft de indruk dat hij wel een geleerde zal zijn, of in elk geval kan lezen. Nu weten we dat beide heren Griekse filosofen waren. Dus dat klopt wel met het beeld.

Wat kunnen we leren van de heren?
Volgens de informatie van het Centraal Museum ´worden de Griekse filosofen Heraclitus en Democritus vaak samen afgebeeld vanwege hun tegengestelde visie op de mensheid. Al in de oudheid stond Heraclitus bekend als de ‘huilende filosoof’, die treurt om het lot van de mensheid. Democritus moest lachen om de absurditeit van de mensheid. De vergankelijkheid van de mens, Vanitas Mundi, was een populair thema in de 17de eeuw. De twee filosofen met de globe, symbool voor de mensheid, dragen deze boodschap uit: wenen of lachen, het verandert niets aan ons bestaan.´

Ik kan me wel in deze boodschap vinden. De wereld en onze kijk op de wereld zijn niet zwart-wit. Om met de woorden van Joost Zwagerman te spreken: ‘Alles is gekleurd.’

_________________________________________________________________________

Heraclitus en Democritus zijn nu weer te zien als onderdeel van ‘De wereld van Utrecht’ in het Centraal Museum

Smelten als sneeuw voor de zon

Als we op onze laatste vakantiedag nietsvermoedend in museum KODE in Bergen (Noorwegen) langs de schilderijen lopen, stuiten we op dit schilderij van een gletsjer. ‘Hé!’, roepen we allebei spontaan. Die gletsjer hebben we in het echt gezien.’ Het bijschrift bevestigt onze vermoedens dat dit de Nigardsbreen voorstelt.

Déja vu
Een paar dagen ervoor hebben we zelf bij de Nigardsbreen gestaan. Wel een gek idee dat de Noorse schilder Johan Christian Dahl meer dan anderhalve eeuw voor ons naar dezelfde gigantische brok ijs had staan staren. Het exacte punt waar hij moet hebben gestaan, kunnen wij ons niet voor de geest halen. De houten huisjes die we op het schilderij zien, staan er niet meer. Wel ligt voor de gletsjertong nu een meertje dat we op het schilderij niet terugzien. Aan de luchtige kleding van de herder te zien, heeft Dahl dit tafereel in warmere tijden geschilderd. Op het schilderij is het landschap groen terwijl wij nog door de sneeuw hebben geploeterd om dichter bij de gletsjer te komen.

Nigardsbreen, Johan Christian Dahl, 1844

Nigardsbreen, Johan Christian Dahl, 1844

Blauwer dan blauw
Het blauw op het schilderij lijkt net zo onwerkelijk als in de werkelijkheid. Toen we de gletsjer naderden had ik steeds het gevoel alsof ik op een grote blauw geverfde schuimtaart af liep. Pas toen ik er met mijn neus bovenop stond en het ijs kleine knappende geluidjes hoorde maken, kon ik geloven dat het toch echt ijs was. Eeuwig bevroren water. Hoewel eeuwig?

Nigardsbreen_foto

Terugtrekkende beweging
De Nigardsbreen is nu ongeveer 48 km². In Dahls tijd was deze zij-arm van de Jostedalsbreen – de grootste gletsjer van Europa – groter dan nu. In 1748 was de gletsjer op zijn grootst. Tussen 1870 en 2007 is de Nigardsbreen wel 2,4 km geslonken. Ik ben benieuwd hoe de gletsjer er dan over weer anderhalve eeuw bij ligt. Weer een paar kilometer korter of helemaal verdwenen als sneeuw voor de zon?

_____________________________________________________

Bronnen: KODENVE,  Wikipedia

Langs ellenlange rijen

Op mijn eerste vrije woensdag na de opening wil ik meteen naar Late Rembrandt in het Rijksmuseum. Om 11 uur kom ik rustig aanlopen en stuit meteen al op de eerste rij. Glimlachend loop ik linea recta naar de beveiliger die me meteen doorlaat. Na rij nummer één volgt rij twee. Eindelijk binnen, denk je dan als bezoeker met je reservering voor Late Rembrandt in de hand. Maar dan moet de langste rij nog komen. Direct na de poortjes slingert rij drie de nieuwe Philips-vleugel in. Ook deze rij kan ik fluitend voorbij…

Late Rembrandt Barbara Tieks

Met mijn Museumkaart vind ik het nooit nodig om een van de vijf vriendenpassen bij ThiemeMeulenhoff te reserveren. Maar nu ben ik er maar wat blij mee: zonder reservering met toeslag van € 7,50 alle ellenlange rijen voorbij! Dat is een van de leuke bijkomstigheden van de samenwerking tussen het Rijksmuseum en ThiemeMeulenhoff.

Eenmaal bij de tentoonstelling ben ik alsnog overweldigd door de enorme drukte. Overal om me heen geroezemoes en geschuifel van mensen. De late Rembrandt heb je duidelijk niet voor je alleen. Zoveel bijzondere werken van over de hele wereld nu allemaal onder één dak. Dat maken we volgens het Rijksmuseum maar één keer in ons leven mee. En dan wil je er natuurlijk bij zijn.

Mijn favoriete werken
Het mooiste vind ik de intiemere portretten. Vooral die waarop vrouwen zijn afgebeeld. De emotie die op hun gezicht te zien is. Prachtig hoe nota bene een man zo waarachtig hun emoties heeft kunnen schilderen! De gepijnigde blik van Lucretia die zelfmoord pleegt uit schaamte, omdat ze verkracht is.

De vertwijfelde blik van de badende Batseba die een brief met een oneerbaar voorstel krijgt van koning David. De onschuldige blik van de badende vrouw die haar witte jurk net iets te hoog optilt. Dat zou zijn vrouw Hendrickje Stoffels kunnen zijn.

Lucretia, Rembrandt van Rijn, 1666 - Minneapolis Institute of Arts

Lucretia

Bathsheba met David’s brief, Rembrandt, ca. 1654

Batseba met David’s brief

Het portret van zijn zoontje Titus aan de lezenaar is ook heel vertederend: het peinzende gezichtje, duim onder zijn kin, de schrijfspullen die vlak voor onze neus over de rand bungelen. En ik blijf ook maar naar de licht melancholische blik van Het Joodse bruidje kijken. Ik ben niet de enige: Vincent van Gogh had zelfs tien jaar van zijn leven over om veertien dagen naar dit schilderij te mogen kijken.

Badende vrouw Rembrandt

Badende vrouw

Titus aan de lezenaar , Rembrandt Harmensz van Rijn, 1655 - Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam

Titus aan de lezenaar

Trots op de samenwerking
Kunst is niet alleen maar mooi om te kijken. Van kunst kijken kan je ook heel veel leren. Over geschiedenis, religie en hoe we als mens naar de wereld om ons heen kijken. Altijd als ik me verder in een kunstwerk of kunstenaar verdiep, leer ik weer nieuwe dingen. Daarom vind ik het ook heel mooi dat ThiemeMeulenhoff en het Rijksmuseum samen de verbinding tussen kunst en leren leggen.

Bronnen beelden: Rijksmuseum, Minneapolis Institute of Art, Boijmans Van Beuningen, Musée du Louvre

Tien jaar van mijn leven geven

Toen ik de schilderijen van Rembrandt voor het eerst zag, vond ik die maar donker en saai. Op de middelbare school begreep ik dan ook niet zo goed waarom al die hordes toeristen op de Nachtwacht afkwamen. Hoe anders is dat vele jaren later.

Het Joodse bruidje
Nog steeds vind ik niet alle schilderijen van Rembrandt even mooi. Maar Het Joodse bruidje is een van mijn lievelingen. Het tedere gebaar van de man die één hand beschermend op haar borst legt en de andere over haar schouder. Haar linkerhand die heel licht zijn rechterhand aanraakt. De in zichzelf gekeerde iets dromerige melancholische blikken. Waar zouden ze allebei aan denken?

Het Joodse bruidje, Rembrandt Harmensz van Rijn, ca_1665-1669,Rijksmuseum

Het Joodse bruidje, Rembrandt Harmensz van Rijn, ca_1665-1669,Rijksmuseum

Pracht en praal met mes en kwast
Het lijkt wel of de dame zich met de inhoud van heel haar juwelenkist heeft behangen. Prachtig hoe Rembrandt de zachte gloed op de parels om haar hals heeft geschilderd en de glinstering van de rode robijnen om haar pols.

De rok van haar weelderige jurk vlamt oranjerood op en contrasteert mooi met het zachtgeel van zijn gepofte mouwen. Als je het schilderij van dichtbij bekijkt, zie je hoe Rembrandt de stoffen met heel grove streken en een paletmes heeft aangebracht. Bijna of hij de kleding om het koppel heen heeft geboetseerd.

Het_Joodse bruidje,Rembrandt Harmensz van Rijn, Rijksmuseum_detail_jurk

Waar komt die naam vandaan?
Nieuwsgierig naar de naam van het schilderij duik ik eerst in een van mijn favoriete kunstboeken: Dit is Nederland – In tachtig meesterwerken van Hans den Hartog Jager. In zijn boek lees ik dat er meerdere interpretaties van dit schilderij zijn geweest. Zo beschreef de Amsterdamse bankier Adriaan van der Hoop het schilderij als ‘eene voorstelling van de Joodsche bruid, die door den Vader versierd wordt met eene halsketting’. Later is die uitleg weer van tafel geschoven. Maar de naam Het Joodse bruidje is wel gebleven.

Op Rijksmuseum.nl staat dat het echtpaar op dit schilderij zich als het Bijbelse liefdespaar Isaak en Rebekka heeft laten afbeelden. Ook volgens Den Hartog Jager lieten mensen zich in die tijd wel vaker afbeelden als personages uit een Bijbels verhaal of theaterstuk. Wat het ook moet voorstellen, het is gewoon een heel mooi intiem portret.

Het_Joodse bruidje, Rembrandt Harmensz van Rijn, c_1665-1669, Rijksmuseum, detail

Tien jaar van mijn leven geven
Ik ben dan ook niet de enige bewonderaar van dit pareltje. Zelfs Vincent van Gogh was een fan! Toen hij Het Joodse bruidje in het Rijksmuseum zag, zou hij tegen zijn vriend Antoon Kerssemakers hebben gezegd: ‘Wil je wel geloven dat ik tien jaar van mijn leven wilde geven als ik hier voor dit schilderij veertien dagen kon blijven zitten met een korst droog brood als voedsel.’

Zo’n opoffering gaat mij wat ver. Maar ik ben wel blij dat ik regelmatig even bij Het Joodse bruidje op bezoek kan. Gelukkig is deze ook na afloop van de Late Rembrandt weer te zien.

____________________________________________________________________

Te zien tot en met 17 mei 2015 bij de tentoonstelling Late Rembrandt en daarna in de eregallerij in het Rijksmuseum.

Bronnen: Rijksmuseum.nl, Dit is Nederland – In tachtig meesterwerken van Hans den Hartog Jager

Liefde en lust

‘You must see those marvelous nipples!’ Schuchter gelach en gekuch klinken door de Nicolaaskerk. Julian Spalding heeft de toon gezet bij de opening van de tentoonstelling Liefde en Lust in het Centraal Museum. Zijn wervelende betoog over de mooiste tepels ter wereld doet me denken aan nipplegate van een paar jaar geleden. Een natuurlijk aan de actuelere vijftig tinten grijs. Nou één ding kan ik je vertellen: de werken van Joachim Wtewael (1566-1638) zijn allesbehalve grijs.

Mars en Venus betrapt door Vulcanus, Joachim Wtewael, 1606-1610. Collectie: The J. Paul Getty Museum, Los Angeles

Mars en Venus betrapt door Vulcanus, Joachim Wtewael, 1606-1610.
Collectie: The J. Paul Getty Museum, Los Angeles

De erotisch getinte schilderijen zijn allemaal even kleurrijk en tot in de kleinste details uitgewerkt. Op groot, maar ook op minutieus formaat. Allemaal zijn ze even prachtig en zinnelijk. Zelfs de keukenscenes stralen iets sensueels uit, met een vleugje humor. In alle schilderijen zit een behoorlijke knipoog.

De overspelige Venus
Een van de mooiste werken vind ik Mars en Venus betrapt door Vulcanus (1606-1610). Je kunt niet om de enorm gestileerde billen heen van Vulcanus, de echtgenoot van Venus. Pontificaal heeft hij zijn kont naar ons toe gekeerd. Op dit tafereel ziet Vulcanus er best lekker uit zo van achter. Maar volgens de mythe was hij mank en niet aantrekkelijk. Ik heb ook wel wat medelijden met hem. Dat hij zo door zijn vrouw Venus wordt bedrogen. Mars had een grotere aantrekkingskracht op Venus en ze werd ook nog eens een handje geholpen door haar zoontje Cupido.

Waar Mars en Venus mee bezig zijn is wel duidelijk. Wat iets minder goed te zien is, is dat Vulcanus een ragfijn bronzen net heeft gesmeed om hen tijdens de liefdesdaad te vangen. Volgens de legende toonde hij het betrapte stel aan de goden in de hoop dat ze het overspelige paar zouden beschimpen. Tot grote teleurstelling van Vulcanus gebeurde dit niet. De goden konden wel om dit schouwspel lachen en Mercurius zou zelfs wel met Mars willen ruilen. Daar sta je dan mooi in je hemd. In dit geval dus in je schort.

Een Gereformeerde calvinist
Hoe kan het toch dat een Gereformeerde calvinist zulke erotische taferelen kon schilderen? En daarmee weg kwam in een tijd waarin dit absoluut niet gebruikelijk was? Op die vraag krijg ik geen antwoord. Als je de (zelf)portretten van hem en zijn vrouw ziet zijn ze trouwens allesbehalve erotisch. Ze zijn in stijf zwart gekleed met grote witte molenkragen om hun hals. Wel kijken ze je met een frisse open blik aan. Was Wtewael misschien iemand die de katjes in het donker kneep? Nou ja zo donker en verhullend zijn zijn schilderijen anders niet.

Liefde of lust?
Getriggerd door de oproep van Julian Spalding om die fantastisch geschilderde tepels te bekijken concentreerde ik me dus vooral op de erotische schilderijen. Een ander pareltje is Lot en zijn dochters waar Lot zijn hand om een borst van een van zijn dochters vouwt. Ja, ja, zie ik je al denken. Als hij dat niet had gezegd had je daar natuurlijk niet op gelet! Maar zeg nou zelf: zijn we niet allemaal stiekem het meest geïnteresseerd in lust en liefde? In welke volgorde laat ik graag aan jou over…

________________________________________________________________________

De tentoonstelling Liefde & Lust is tot en met 25 mei 2015 te zien in het Centraalmuseum.nl.

Bronnen: Centraalmuseum.nlstatic.digischool.nl

Beslist geen krokodillentranen

Tranen wellen op in haar ogen en biggelen over haar wangen. Dit zijn beslist geen krokodillentranen. Aan haar rode gezwollen ogen zie je dat ze al een tijdje huilt. Door de levensechtheid van haar huilende ogen blijf ik een tijdje bij dit schilderij hangen. Ook haar dieprode zwoele lippen laten me niet onberoerd. Ze doen me een beetje denken aan die van de actrice Scarlett Johansson.  

Boetevaardige Maria Magdalena, Dirck Bleker, 1651, collectie Rijksmuseum Amsterdam

Boetevaardige Maria Magdalena, Dirck Bleker, 1651

Ogen zijn de spiegels van de ziel
Maar nu even terug naar die ogen die me het eerst raakten. Tijdens de audiotour bij de expositie ‘Emoties – Geschilderde gevoelens in de Gouden Eeuw’ in het Frans Hals Museum hoor ik waarom ogen zo’n aantrekkingskracht hebben. Volgens de kunstschilder en schrijver Karel van Mander, 1548-1606, waren de ogen de spiegels van de geest en de boodschappers van het hart. Liefde en smart zou je in de ogen herkennen.

Intens verdriet
Maar waarom huilt deze dame dan? Als je haar ogen volgt zie je waar haar blik op is gericht: op het kruisbeeld van Jezus Christus. Dát verklaart haar verdriet. Ze rouwt om Jezus Christus die aan het kruis is gestorven. Ze ziet er ook een beetje verslagen uit. Maar waarom dan toch zo’n intens verdriet? Deze dame is Maria Magdalena, een van de trouwe volgelingen van Jezus. Volgens de Bijbel was Maria Magdalena een prostituee die zich had bekeerd tot het christelijke geloof. Haar ontblote borst laat ons zien dat ze een dame van lichte zeden was. Het was natuurlijk ook een mooi excuus voor Dirck Bleker om een blote vrouwenborst te schilderen.

Leven in een grot
Op het schilderij zie je schuin achter Maria Magdalena langs grillig gevormde stenen een doorkijkje naar buiten. Ook leunt ze op een rotsblok. Hieruit kun je opmaken dat ze zich in een grot bevindt. Volgens de verhalen uit de middeleeuwen leefde Maria Magdalena na de dood van Christus als een kluizenares in een grot in de woestijn. Dit deed ze om boete te doen voor haar zonden. Brrr, wat zal zo’n koude vochtige grot onaangenaam zijn. Wat we niet op dit schilderij zien, maar wel vaak wordt verteld is dat ze zichzelf warm hield met haar lange haren. Dat lijkt me nu niet echt behaaglijk…..

________________________________________________________________________

Het schilderij Boetevaardige Maria Magdalena en vele andere werken zijn tot en met 15 februari te bewonderen bij de tentoonstelling Emoties – Geschilderde gevoelens in de Gouden Eeuw in het Frans Hals Museum in Haarlem.

Bronnen: Rijksmuseum.nl, FransHalsMuseum.nl

Niets dan schuld

Op een mooie zomerdag in september rijden we naar Padua, vlakbij Venetië. Dat is hét doel van onze zomervakantie, of tenminste mijn doel…. Dat idee was bij mij gerezen tijdens de Inleiding in de kunstgeschiedenis van de KLU in Utrecht. De fresco’s van Giotto maakten toen zoveel indruk op mij dat ik ze per se in het echt wilde zien.

Afdeling radiologie
Nadat we ons de receptie hebben gemeld, worden we weer naar buiten gestuurd. De kapel is elders op het terrein. We wachten voor een glazen gebouwtje tot we met 20 man tegelijk naar binnen kunnen. Als dan eindelijk de glazen deur voor ons open glijdt mogen we een voor een plaatsnemen in een glazen ruimte. Daar moeten we 20-30 minuten acclimatiseren voordat we de kapel in mogen. De twee museummedewerkers verlaten de ruimte weer en verschansen zich in een soort portiersloge van waar ze ons kunnen zien. Ik krijg het gevoel dat we bij de afdeling radiologie beland zijn.Gelukkig worden we wel vermaakt met een introductiefilm over het leven en werk van Giotto.

Plafond Scrovegni-kapel, Giotto, 1303-1305

Plafond Scrovegni-kapel, Giotto, 1303-1305

De tijd tikt door
Als we eindelijk de kapel binnengaan word ik het meest getroffen door de helderblauwe sterrenhemel boven ons hoofd: kobaltblauw met fonkelende gele sterren. Het wordt niet voor niets het hemelse gewelf genoemd. We hebben maar een half uur de tijd. Dan komt de volgende groep alweer. Van gekkigheid weet ik niet waar ik moet kijken. De hele kapel is rondom beschilderd. Geen stukje muur of plafond is leeg gebleven. Van het plafond laat ik mijn blik over de muren glijden. De onderste rij beeltenissen boven de banken lijken wel van marmer. Als ik ze van dichterbij bekijk, blijken ze toch geschilderd. Knap staaltje vakmanschap!

Net echt
De helderheid en krachtige uitstraling van de afgebeelde figuren zijn het volgende dat me opvalt. Hun lichamen hebben volume, massa. De kleren plooien om hun lijf. Hun gezichten hebben karakteristieke trekken, hun gebaren lijken echt. Giotto was voor die tijd een vernieuwer in zo levensecht schilderen. Sinds de ‘Oude Grieken’ werd niet meer natuurgetrouw geschilderd. Sommige vrouwen hebben sporen op de wangen alsof hun mascara is uitgelopen. Zouden ze dat in die tijd al hebben gehad? Wie weet. Cleopatra had tenslotte ook al zwartomrande ogen.

Niet alleen de mensen, maar ook sommige gebouwen en kamers, zien er behoorlijk realistisch uit. Uit een tutorial van Khan Academy leer ik dat Giotto in de kapel heel natuurgetrouw ruimten heeft weergegeven terwijl het lineair perspectief pas later werd uitgevonden!

De bewening, Giotto, 1303-1305

De bewening, Giotto, 1303-1305

Nog niet helemaal in de vingers
Hoewel, niet alles oogt even realistisch. Elisabeth heeft bijvoorbeeld rimpels om haar ogen en mond in een verder glad gezicht. Dat ziet er wel een beetje vreemd uit; als een omgekeerde botox-behandeling. Een grappig detail bij Het laatste avondmaal: Giotto heeft de apostelen tegenover Jezus Christus op de rug geschilderd, maar hun aureolen hangen voor hun gezicht. Daardoor lijkt het alsof ze een bord voor hun kop hebben. Bij één apostel loopt een spijl van het gewelf van de ruimte achter de rug dwars door zijn hoofd heen.

Het laatste avondmaal, Capella Scrovegni, Giotto, 1303-1305

Het laatste avondmaal, Giotto, 1303-1305

Eigenzinnige interpretatie
De engelen hebben bij Giotto geen benen, maar een soort aandrijving als een vuurvlam van een straaljager. Ook wel bijzonder is dat de engelen met Maria en de andere rouwenden meehuilen op de afbeelding de Bewening.

Op de achterwand heeft Giotto Het laatste oordeel geschilderd. Aan de rechterkant – in de hel – is het een enorme chaos. Zou Jheronimus Bosch daar zijn inspiratie vandaan hebben gehaald? Volgens Wikipedia vermoeden sommige auteurs dat Bosch enige tijd in of nabij Venetië heeft doorgebracht. Dus misschien heeft hij de fresco’s van Giotto toen gezien.

Aan de linkerkant van Het laatste oordeel bevinden zich de door Christus gezegenden. Hier zit Giotto zijn opdrachtgever Enrico Scrovegni geknield terwijl hij de kapel aan de drie Maria´s overhandigt. Zijn vader en hij waren geldwoekeraars die veel mensen hadden bedrogen. Ik vind het nogal ontluisterend dat in die tijd dus ook al witteboordcriminelen bestonden. Of misschien wel sinds het begin van de mensheid….

Met de stichting van de kapel zou Enrico mogelijk een soort van de schuld van zijn vaders wandaden en die van hemzelf afkopen. Eerst verdien je veel geld over de ruggen van anderen, dan laat je van hun geld een mooie kapel bouwen en je bent weer vrij van zonden. Ik vind de kapel prachtig, maar huiver bij die gedachte wel van afgrijzen….

Fragment Het laatste oordeel, Giotto, 1303-1305

Fragment Het laatste oordeel, Giotto, 1303-1305

Bronnen: Khan Academy, Wikipedia, Giotto in Padua door Roberto D’Adda.