Op een mooie zomerdag in september rijden we naar Padua, vlakbij Venetië. Dat is hét doel van onze zomervakantie, of tenminste mijn doel…. Dat idee was bij mij gerezen tijdens de Inleiding in de kunstgeschiedenis van de KLU in Utrecht. De fresco’s van Giotto maakten toen zoveel indruk op mij dat ik ze per se in het echt wilde zien.
Afdeling radiologie
Nadat we ons de receptie hebben gemeld, worden we weer naar buiten gestuurd. De kapel is elders op het terrein. We wachten voor een glazen gebouwtje tot we met 20 man tegelijk naar binnen kunnen. Als dan eindelijk de glazen deur voor ons open glijdt mogen we een voor een plaatsnemen in een glazen ruimte. Daar moeten we 20-30 minuten acclimatiseren voordat we de kapel in mogen. De twee museummedewerkers verlaten de ruimte weer en verschansen zich in een soort portiersloge van waar ze ons kunnen zien. Ik krijg het gevoel dat we bij de afdeling radiologie beland zijn.Gelukkig worden we wel vermaakt met een introductiefilm over het leven en werk van Giotto.
De tijd tikt door
Als we eindelijk de kapel binnengaan word ik het meest getroffen door de helderblauwe sterrenhemel boven ons hoofd: kobaltblauw met fonkelende gele sterren. Het wordt niet voor niets het hemelse gewelf genoemd. We hebben maar een half uur de tijd. Dan komt de volgende groep alweer. Van gekkigheid weet ik niet waar ik moet kijken. De hele kapel is rondom beschilderd. Geen stukje muur of plafond is leeg gebleven. Van het plafond laat ik mijn blik over de muren glijden. De onderste rij beeltenissen boven de banken lijken wel van marmer. Als ik ze van dichterbij bekijk, blijken ze toch geschilderd. Knap staaltje vakmanschap!
Net echt
De helderheid en krachtige uitstraling van de afgebeelde figuren zijn het volgende dat me opvalt. Hun lichamen hebben volume, massa. De kleren plooien om hun lijf. Hun gezichten hebben karakteristieke trekken, hun gebaren lijken echt. Giotto was voor die tijd een vernieuwer in zo levensecht schilderen. Sinds de ‘Oude Grieken’ werd niet meer natuurgetrouw geschilderd. Sommige vrouwen hebben sporen op de wangen alsof hun mascara is uitgelopen. Zouden ze dat in die tijd al hebben gehad? Wie weet. Cleopatra had tenslotte ook al zwartomrande ogen.
Niet alleen de mensen, maar ook sommige gebouwen en kamers, zien er behoorlijk realistisch uit. Uit een tutorial van Khan Academy leer ik dat Giotto in de kapel heel natuurgetrouw ruimten heeft weergegeven terwijl het lineair perspectief pas later werd uitgevonden!
Nog niet helemaal in de vingers
Hoewel, niet alles oogt even realistisch. Elisabeth heeft bijvoorbeeld rimpels om haar ogen en mond in een verder glad gezicht. Dat ziet er wel een beetje vreemd uit; als een omgekeerde botox-behandeling. Een grappig detail bij Het laatste avondmaal: Giotto heeft de apostelen tegenover Jezus Christus op de rug geschilderd, maar hun aureolen hangen voor hun gezicht. Daardoor lijkt het alsof ze een bord voor hun kop hebben. Bij één apostel loopt een spijl van het gewelf van de ruimte achter de rug dwars door zijn hoofd heen.
Eigenzinnige interpretatie
De engelen hebben bij Giotto geen benen, maar een soort aandrijving als een vuurvlam van een straaljager. Ook wel bijzonder is dat de engelen met Maria en de andere rouwenden meehuilen op de afbeelding de Bewening.
Op de achterwand heeft Giotto Het laatste oordeel geschilderd. Aan de rechterkant – in de hel – is het een enorme chaos. Zou Jheronimus Bosch daar zijn inspiratie vandaan hebben gehaald? Volgens Wikipedia vermoeden sommige auteurs dat Bosch enige tijd in of nabij Venetië heeft doorgebracht. Dus misschien heeft hij de fresco’s van Giotto toen gezien.
Aan de linkerkant van Het laatste oordeel bevinden zich de door Christus gezegenden. Hier zit Giotto zijn opdrachtgever Enrico Scrovegni geknield terwijl hij de kapel aan de drie Maria´s overhandigt. Zijn vader en hij waren geldwoekeraars die veel mensen hadden bedrogen. Ik vind het nogal ontluisterend dat in die tijd dus ook al witteboordcriminelen bestonden. Of misschien wel sinds het begin van de mensheid….
Met de stichting van de kapel zou Enrico mogelijk een soort van de schuld van zijn vaders wandaden en die van hemzelf afkopen. Eerst verdien je veel geld over de ruggen van anderen, dan laat je van hun geld een mooie kapel bouwen en je bent weer vrij van zonden. Ik vind de kapel prachtig, maar huiver bij die gedachte wel van afgrijzen….
Bronnen: Khan Academy, Wikipedia, Giotto in Padua door Roberto D’Adda.