Niets dan schuld

Op een mooie zomerdag in september rijden we naar Padua, vlakbij Venetië. Dat is hét doel van onze zomervakantie, of tenminste mijn doel…. Dat idee was bij mij gerezen tijdens de Inleiding in de kunstgeschiedenis van de KLU in Utrecht. De fresco’s van Giotto maakten toen zoveel indruk op mij dat ik ze per se in het echt wilde zien.

Afdeling radiologie
Nadat we ons de receptie hebben gemeld, worden we weer naar buiten gestuurd. De kapel is elders op het terrein. We wachten voor een glazen gebouwtje tot we met 20 man tegelijk naar binnen kunnen. Als dan eindelijk de glazen deur voor ons open glijdt mogen we een voor een plaatsnemen in een glazen ruimte. Daar moeten we 20-30 minuten acclimatiseren voordat we de kapel in mogen. De twee museummedewerkers verlaten de ruimte weer en verschansen zich in een soort portiersloge van waar ze ons kunnen zien. Ik krijg het gevoel dat we bij de afdeling radiologie beland zijn.Gelukkig worden we wel vermaakt met een introductiefilm over het leven en werk van Giotto.

Plafond Scrovegni-kapel, Giotto, 1303-1305

Plafond Scrovegni-kapel, Giotto, 1303-1305

De tijd tikt door
Als we eindelijk de kapel binnengaan word ik het meest getroffen door de helderblauwe sterrenhemel boven ons hoofd: kobaltblauw met fonkelende gele sterren. Het wordt niet voor niets het hemelse gewelf genoemd. We hebben maar een half uur de tijd. Dan komt de volgende groep alweer. Van gekkigheid weet ik niet waar ik moet kijken. De hele kapel is rondom beschilderd. Geen stukje muur of plafond is leeg gebleven. Van het plafond laat ik mijn blik over de muren glijden. De onderste rij beeltenissen boven de banken lijken wel van marmer. Als ik ze van dichterbij bekijk, blijken ze toch geschilderd. Knap staaltje vakmanschap!

Net echt
De helderheid en krachtige uitstraling van de afgebeelde figuren zijn het volgende dat me opvalt. Hun lichamen hebben volume, massa. De kleren plooien om hun lijf. Hun gezichten hebben karakteristieke trekken, hun gebaren lijken echt. Giotto was voor die tijd een vernieuwer in zo levensecht schilderen. Sinds de ‘Oude Grieken’ werd niet meer natuurgetrouw geschilderd. Sommige vrouwen hebben sporen op de wangen alsof hun mascara is uitgelopen. Zouden ze dat in die tijd al hebben gehad? Wie weet. Cleopatra had tenslotte ook al zwartomrande ogen.

Niet alleen de mensen, maar ook sommige gebouwen en kamers, zien er behoorlijk realistisch uit. Uit een tutorial van Khan Academy leer ik dat Giotto in de kapel heel natuurgetrouw ruimten heeft weergegeven terwijl het lineair perspectief pas later werd uitgevonden!

De bewening, Giotto, 1303-1305

De bewening, Giotto, 1303-1305

Nog niet helemaal in de vingers
Hoewel, niet alles oogt even realistisch. Elisabeth heeft bijvoorbeeld rimpels om haar ogen en mond in een verder glad gezicht. Dat ziet er wel een beetje vreemd uit; als een omgekeerde botox-behandeling. Een grappig detail bij Het laatste avondmaal: Giotto heeft de apostelen tegenover Jezus Christus op de rug geschilderd, maar hun aureolen hangen voor hun gezicht. Daardoor lijkt het alsof ze een bord voor hun kop hebben. Bij één apostel loopt een spijl van het gewelf van de ruimte achter de rug dwars door zijn hoofd heen.

Het laatste avondmaal, Capella Scrovegni, Giotto, 1303-1305

Het laatste avondmaal, Giotto, 1303-1305

Eigenzinnige interpretatie
De engelen hebben bij Giotto geen benen, maar een soort aandrijving als een vuurvlam van een straaljager. Ook wel bijzonder is dat de engelen met Maria en de andere rouwenden meehuilen op de afbeelding de Bewening.

Op de achterwand heeft Giotto Het laatste oordeel geschilderd. Aan de rechterkant – in de hel – is het een enorme chaos. Zou Jheronimus Bosch daar zijn inspiratie vandaan hebben gehaald? Volgens Wikipedia vermoeden sommige auteurs dat Bosch enige tijd in of nabij Venetië heeft doorgebracht. Dus misschien heeft hij de fresco’s van Giotto toen gezien.

Aan de linkerkant van Het laatste oordeel bevinden zich de door Christus gezegenden. Hier zit Giotto zijn opdrachtgever Enrico Scrovegni geknield terwijl hij de kapel aan de drie Maria´s overhandigt. Zijn vader en hij waren geldwoekeraars die veel mensen hadden bedrogen. Ik vind het nogal ontluisterend dat in die tijd dus ook al witteboordcriminelen bestonden. Of misschien wel sinds het begin van de mensheid….

Met de stichting van de kapel zou Enrico mogelijk een soort van de schuld van zijn vaders wandaden en die van hemzelf afkopen. Eerst verdien je veel geld over de ruggen van anderen, dan laat je van hun geld een mooie kapel bouwen en je bent weer vrij van zonden. Ik vind de kapel prachtig, maar huiver bij die gedachte wel van afgrijzen….

Fragment Het laatste oordeel, Giotto, 1303-1305

Fragment Het laatste oordeel, Giotto, 1303-1305

Bronnen: Khan Academy, Wikipedia, Giotto in Padua door Roberto D’Adda.

Beelden met body

Pantorkrator, Cathedral Santa Maria Assunta in Pisa, Italy. by Cimabue 1302

Pantokrator, Cimabue, 1302

In mijn vorige blog over de ontwikkeling van de christelijke kunst stopte onze reis met de opkomst van de bedevaartsoorden zoals Santiago de Compostella halverwege de 12e eeuw.

In diezelfde tijd beginnen de driedimensionale beelden voorzichtig terug te komen. Beelden die de christenen eerder hadden verboden. Het voornaamste doel is nog steeds: onderwijzen en waarschuwen. Eerst is het nog een bijna plat basreliëf, daarna wordt het een sculptuur die nog half deel van de gevel of pijler uitmaakt en later letterlijk los komt van de architectuur. Ook krijgen de beelden steeds meer volume, natuurlijke houdingen en een echter eigen gezicht. Jezus Christus wordt vaak afgebeeld als Majestus Domini in een amandelvormige aureool – de zogeheten mandorla.

God is licht
In de 13e eeuw vindt Abt Suger: ‘God is licht’. Hij brengt licht, pracht en praal in de kerk om de gelovigen het licht van God te laten ervaren. Hij laat de Romaanse St. Dennis aan de binnenkant verbouwen met Gotische kenmerken, waaronder spitsbogen en prachtig gekleurde roosvensters. Hiermee gaat hij tegen de bestaande conventies in van belangrijke hoofden van kloosterordes, zoals Bernardus van Clairveaux die juist de Romaanse bouw propageren vanwege de soberheid en eenvoud.

In dezelfde eeuw deelt de Italiaanse franciscaanse theoloog Bonaventura (1217/18 – 1274) de mening dat de afbeeldingen niet alleen voor de analfabeten bestemd zijn. De afbeeldingen dienen volgens hem ook als geheugensteun en voor het opwekken van devotie. Als je beelden van de lijdensweg van Christus ziet, kun je meer in het verhaal opgaan dan door het alleen maar te horen.

De bewening van Christus, Giotto, 1304-1313, Scrovegni kapel, Padua

De bewening van Christus, Giotto, 1304-1313

Realistischer in de renaissance
Rond ca. 1300 schildert Giotto di Bondone als eerste twee wenende personen, op de rug gezien in De bewening van Christus. Ook bij de andere fresco’s in de Scrovegni-kapel schildert hij de mensen zoals die normaal ook in een kring om iemand heen staan. Hierdoor worden de voorstellingen realistischer voor de toeschouwer. Wat in deze nieuwe compositie wel heel raar lijkt, zijn de aureolen die bij de mensen op de rug gezien als een soort plaat voor hun kop zweeft. Bij de beeltenissen van de deugden en ondeugden slaagt hij erin een beeld op het platte vlak als driedimensionaal over te laten komen. Zo vertellen alle fresco’s in de Srovegni-kapel heel gedetailleerd en levendig het christelijke verhaal en de leefregels. Niet voor niets schrijft Julian Bell in zijn boek Spiegel van de wereld (2008) dat Giotto ‘nadien is erkend als de grondlegger van de westerse schilderkunst’.

Kunstenaars na Giotto vervolgen de weg die hij in de Italiaanse renaissance is ingeslagen om het verhaal nog overtuigender en geloofwaardiger te maken. De kunstenaars spelen met het perspectief en het weergeven van de omgeving. Later proberen ze ook meer echte emoties uit te beelden.

Middel wordt doel
Waar de natuur of gebeurtenis zo echt mogelijk verbeelden eerst het middel was om het verhaal over te brengen wordt dit rond 1400 een doel op zich. Er vindt een verschuiving plaats van de Kerk als voornaamste opdrachtgever naar de rijke burgers en de hoven. Zo laat Catharina van Kleef een heel duur getijdenboek (een gebedenboek dat de tijden van de dag volgt) decoreren met familiewapens en afbeeldingen van zichzelf dicht bij Maria.

Uomo universalis en il divino
Halverwege de 15e eeuw verschijnt Leonardo da Vinci (1452-1519) op het toneel als een allround wetenschapper. De uomo universalis is zeer geïnteresseerd in de anatomie van het menselijk lichaam. Hij laat in zijn werk Laatste avondmaal (1495-1498) een perfecte balans zien tussen de bijna verstilde Jezus Christus in het midden en de dynamische groep eromheen. De mensen vertellen met hun levensechte houding en echte gebaren het verhaal.

Laatste oordeel (detail),, Michelangelo, 1534-1541, Sixtijnse Kapel Rome

Laatste oordeel (detail),, Michelangelo, 1534-1541

Michelangelo (1475-1564) gaat nog een stap verder. De kunstbiograaf Giorgo Vasari (1511-1574) noemt Michelangelo (1475-1564) zelfs helemaal het summum – ‘il divino’. Zijn verbeelding van de schepping van de aarde (oude testament) op het plafond in de Sixtijnse kapel in Rome is inderdaad fantastisch hemels. Alleen de mannen op zijn voorstelling van het laatste oordeel op de altaarmuur staan er wel heel gespierd op. Zelfs de vrouwen staan erop als uit de kluiten gewassen bodybuilders met geboetseerde borsten.

Zo verbeeldt ´il divino´ uiteindelijk de niet te verbeelden godheid als een aardse mensheid in de hemel. En is hij voor veel kunstenaars na hem een lichtend voorbeeld.

_________________________________________________________________________

Ik heb deze blog geschreven als gastblogger op de website van Kunsthistorische Leergangen Utrecht.

Bronnen: Spiegel van de wereld, Julian Bell, 2008, Wikipedia.nl,
Cursus Inleiding kunstgeschiedenis, Hanneke Leenders – KLU