De wortels van Jan Toorop

Ik krijg een unheimisch gevoel bij dit schilderij. Een klein meisje met een blanke huid in een vrolijk jurkje wordt omkranst door een baan van licht op een open plek in een dicht bos. 

Ze is omgeven door kronkelende boomwortels en duivelse bomen met takken als tentakels die een danse macabre lijken uit te voeren. Je laat zo’n klein kindje toch niet alleen in zo’n creepy bos? Zelfs als volwassene zou ik daar niet in mijn eentje willen zitten, ook niet met zijn tweeën. Toch lijkt het alsof het peutertje zich prima op haar gemak voelt. Nietsvermoedend zit ze in haar eentje zit te spelen, terwijl ze wordt ingesloten door het onheilspellende donker.

De nieuwe generatie, Jan Toorop, 1892

De nieuwe generatie, Jan Toorop, 1892

Als je wat langer naar het schilderij kijkt, blijkt dat ze toch niet helemaal alleen is. Achter de rug van het kleine meisje, half verscholen achter een openstaande deur, staat een wat spookachtige verschijning. Zou dat haar liefhebbende moeder zijn? Hoewel liefhebbend? De dame kijkt in ieder geval niet erg blij en de plantjes in het potje dat ze vasthoudt zijn al verwelkt. Tegelijk verrijst uit de witte kinderstoel van het kleine meisje juist een jong boompje met frisse groene blaadjes. Zou Jan Toorop hiermee juist het nieuwe leven extra kracht willen geven? Waarschijnlijk is het meisje zijn dochter Charley Toorop die het jaar ervoor is geboren. Het schilderij heet natuurlijk niet voor niets De nieuwe generatie.

Ook de telegraafpaal en het stuk rails helemaal vooraan waren eind 19e eeuw tekenen van de nieuwe tijd. Maar hier midden in het bos tussen en over de boomwortels ogen die stadse dingen vreemd misplaatst. Met de struikachtige boompjes op de voorgrond lijkt Toorop juist te verwijzen naar zijn eigen wortels.Deze boompjes groeien op Java waar hij de eerste jaren van zijn leven doorbracht.

Het geheel komt op mij onwerkelijk en tegelijk ongemakkelijk realistisch over. Ook al voelt het ongemakkelijk, toch blijf ik er naar kijken.

_________________________________________________________________________

Het schilderij De nieuwe generatie behoort tot de collectie van Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Tot en met 29 mei 2016 te zien als onderdeel van de tentoonstelling Jan Toorop in Gemeentemuseum Den Haag.

Kleuren die aan je trekken

Gemeentemuseum Den Haag

Jaren geleden zag ik bij toeval een doek van Rothko. In de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ik weet niet meer wat ik die dag verder heb gezien. Alleen dat we met zijn vieren al op weg naar de uitgang waren en ik terugliep om nog een keer te kijken. Het doek trok me als het ware terug…..

Sommige mensen beginnen bij het zien van zijn werk zelfs te huilen. Ook al vloeien er bij mij geen tranen, ik word wel geraakt door de enorme kleurvlakken. Wat is dat toch met die doeken van Rothko?

Kleuren die leven en beven
Ik begrijp het zelf ook niet zo goed, maar het lijkt net of die kleurvlakken ademen en bewegen. Sommige doeken zijn opgebouwd uit wel 42 lagen verf! Je ogen blijven over de kleurvlekken dwalen en erin verdwalen. De doeken houden me een soort van gevangen en beïnvloeden mijn stemming van dat moment.

Een doek met een één groot wit vlak en één fel oranje lijkt wel haast op te lichten. Ik voel mezelf vrolijker worden terwijl ik ernaar kijk. Net als wanneer ik de citrusgeur in het parfum Happy van Clinique opsnuif.

Een ander werk is veel donkerder met een brede baan lila-paars boven een nog groter blok zwart. Toch is het geheel niet zwaar. Dat komt door de blauwgrijze ondergrond en sinaasappel-oranje in een rafelrandje aan de onderkant en als een zweempje in het paars. Het heeft iets speels net als een muziekstuk waarin hoge en lage tonen elkaar afwisselen. Dit werk is een van mijn favorieten. En niet alleen die van mij zie ik later op de cover van de catalogus. Het was me eerder niet opgevallen op het affiche.

Als ik voor een kobaltblauw doek sta, geeft het me een klap in het gezicht. De klaprozen balken aan weerszijden trillen in mijn ooghoeken als duizenden LED-lampjes in lichtreclames. Even ben ik uit het lood geslagen door de knalkleuren. Alsof ik zelf een blauw oog en een bloedneus ben geslagen.

Bij de schetsen voor de ‘Seagram Murals’ in New York hangen twee enorme doeken als een soort tegengestelden van elkaar. De ene is diep donkerbruin met een bijna zwart vierkant erin en de de andere is bijna gitzwart met een donkerbruin vierkant. Als ik het zo opschrijf lijkt het heel doods. Maar niets is minder waar. Ook deze doeken vibreren, lijken te leven. Ik blijf steeds van de ene naar de andere kijken en weer terug.

Een werk met oranje op kastanjebruin straalt iets warms, behaaglijks en knus uit als een knapperend haardvuur in een houten blokhut in de Rocky Mountains. Voor de deur liggen oranje pompoenen in een dik roodbruin bladerdek.

De X-factor
Met mijn verstand kan ik er niet bij, maar Rothko zijn doeken hebben dus een enorme aantrekkingskracht op mij. Normaal ben ik na ongeveer anderhalf uur kunst kijken wel verzadigd. Maar voor de solo-tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag heb ik extra tijd uitgetrokken. Vervolgens moet en zal ik tot de laatste minuut blijven kijken. Naast mij staat een vrouw die al voor de vierde keer komt kijken. Voor mij is het de eerste keer dat ik per se voor de tweede keer naar een tentoonstelling wil. Hoe heeft die Rothko het toch gepresteerd?