Niets is zwart-wit

Voor ze in de donkerte van het depot verdwenen, liep ik altijd even bij ze langs. En altijd kreeg ik dan een glimlach op mijn lippen van de man met de baret op die je meesmuilend aankijkt. Een mooi contrast met de andere man die juist diep in gebed verzonken lijkt te zijn. Verder dan er even langslopen en een blik op werpen, deed ik niet. Gelukkig zijn ze nu weer terug en kan ik wat langer bij ze stilstaan.

Democritus en Heraclitus

Democritus en Heraclitus, Johannes Moreelse, ca. 1630, Centraal Museum

Jantje lacht, Jantje huilt
Ik ben gefascineerd door de tegenstelling tussen hun beiden. Het lijkt wel of Democritus (ca. 470 – ca. 360 v.Chr.) iemand uitlacht, maar hij wijst naar de wereldbol naast hem. En Heraclitus (ca. 535 – ca. 475 v.Chr.) ernaast, zou hij zo fanatiek bidden voor God of de mensheid? Democritus kijkt je direct aan, lijkt meer extravert. Heraclitus maakt juist totaal geen contact, is in zichzelf gekeerd.

De twee tegenpolen trekken mij aan. Misschien wel omdat er lichtvoetige mensen zijn die overal de lol van inzien. En mensen die juist zwaarder op de hand zijn. Die soms doorslaan naar somberheid, scepsis. Ik zie deze schilderijen ook als een soort Yin-Yang, zwart-wit, licht-donker. Of als Jantje lacht en Jantje huilt, maar dan niet dezelfde Jantje.

Mensen van de straat
Het bruinige gezicht van beide heren en de ontblote witte schouder van Democritus vind ik erg veel lijken op de stijl van Caravaggio. Dat is niet verrassend. De schilder Johannes Moreelse (ca. 1602 – 1634) was namelijk een van de Utrechtse caravaggisten die naar voorbeeld van Caravaggio echte mensen van de straat schilderde. Zonder hen de zogenaamde ‘Photoshop-bewerking’ te geven.

De witte blouse en licht glanzende stof (velours?) van de mantel van Democritus doet chiquer aan dan de doffe roestbruine stof van Heraclitus zijn gewaad. Dat gewaad doet me denken aan de bruine pij van de ascetische monnik Franciscus van Assisi. Franciscus ontzegde zich alle luxe om te leven in armoede. Zou een mens daar nu echt beter van worden? Eerlijk gezegd betwijfel ik dat. Achter Democritus liggen boeken op een plankje. Dat geeft de indruk dat hij wel een geleerde zal zijn, of in elk geval kan lezen. Nu weten we dat beide heren Griekse filosofen waren. Dus dat klopt wel met het beeld.

Wat kunnen we leren van de heren?
Volgens de informatie van het Centraal Museum ´worden de Griekse filosofen Heraclitus en Democritus vaak samen afgebeeld vanwege hun tegengestelde visie op de mensheid. Al in de oudheid stond Heraclitus bekend als de ‘huilende filosoof’, die treurt om het lot van de mensheid. Democritus moest lachen om de absurditeit van de mensheid. De vergankelijkheid van de mens, Vanitas Mundi, was een populair thema in de 17de eeuw. De twee filosofen met de globe, symbool voor de mensheid, dragen deze boodschap uit: wenen of lachen, het verandert niets aan ons bestaan.´

Ik kan me wel in deze boodschap vinden. De wereld en onze kijk op de wereld zijn niet zwart-wit. Om met de woorden van Joost Zwagerman te spreken: ‘Alles is gekleurd.’

_________________________________________________________________________

Heraclitus en Democritus zijn nu weer te zien als onderdeel van ‘De wereld van Utrecht’ in het Centraal Museum

Liefde en lust

‘You must see those marvelous nipples!’ Schuchter gelach en gekuch klinken door de Nicolaaskerk. Julian Spalding heeft de toon gezet bij de opening van de tentoonstelling Liefde en Lust in het Centraal Museum. Zijn wervelende betoog over de mooiste tepels ter wereld doet me denken aan nipplegate van een paar jaar geleden. Een natuurlijk aan de actuelere vijftig tinten grijs. Nou één ding kan ik je vertellen: de werken van Joachim Wtewael (1566-1638) zijn allesbehalve grijs.

Mars en Venus betrapt door Vulcanus, Joachim Wtewael, 1606-1610. Collectie: The J. Paul Getty Museum, Los Angeles

Mars en Venus betrapt door Vulcanus, Joachim Wtewael, 1606-1610.
Collectie: The J. Paul Getty Museum, Los Angeles

De erotisch getinte schilderijen zijn allemaal even kleurrijk en tot in de kleinste details uitgewerkt. Op groot, maar ook op minutieus formaat. Allemaal zijn ze even prachtig en zinnelijk. Zelfs de keukenscenes stralen iets sensueels uit, met een vleugje humor. In alle schilderijen zit een behoorlijke knipoog.

De overspelige Venus
Een van de mooiste werken vind ik Mars en Venus betrapt door Vulcanus (1606-1610). Je kunt niet om de enorm gestileerde billen heen van Vulcanus, de echtgenoot van Venus. Pontificaal heeft hij zijn kont naar ons toe gekeerd. Op dit tafereel ziet Vulcanus er best lekker uit zo van achter. Maar volgens de mythe was hij mank en niet aantrekkelijk. Ik heb ook wel wat medelijden met hem. Dat hij zo door zijn vrouw Venus wordt bedrogen. Mars had een grotere aantrekkingskracht op Venus en ze werd ook nog eens een handje geholpen door haar zoontje Cupido.

Waar Mars en Venus mee bezig zijn is wel duidelijk. Wat iets minder goed te zien is, is dat Vulcanus een ragfijn bronzen net heeft gesmeed om hen tijdens de liefdesdaad te vangen. Volgens de legende toonde hij het betrapte stel aan de goden in de hoop dat ze het overspelige paar zouden beschimpen. Tot grote teleurstelling van Vulcanus gebeurde dit niet. De goden konden wel om dit schouwspel lachen en Mercurius zou zelfs wel met Mars willen ruilen. Daar sta je dan mooi in je hemd. In dit geval dus in je schort.

Een Gereformeerde calvinist
Hoe kan het toch dat een Gereformeerde calvinist zulke erotische taferelen kon schilderen? En daarmee weg kwam in een tijd waarin dit absoluut niet gebruikelijk was? Op die vraag krijg ik geen antwoord. Als je de (zelf)portretten van hem en zijn vrouw ziet zijn ze trouwens allesbehalve erotisch. Ze zijn in stijf zwart gekleed met grote witte molenkragen om hun hals. Wel kijken ze je met een frisse open blik aan. Was Wtewael misschien iemand die de katjes in het donker kneep? Nou ja zo donker en verhullend zijn zijn schilderijen anders niet.

Liefde of lust?
Getriggerd door de oproep van Julian Spalding om die fantastisch geschilderde tepels te bekijken concentreerde ik me dus vooral op de erotische schilderijen. Een ander pareltje is Lot en zijn dochters waar Lot zijn hand om een borst van een van zijn dochters vouwt. Ja, ja, zie ik je al denken. Als hij dat niet had gezegd had je daar natuurlijk niet op gelet! Maar zeg nou zelf: zijn we niet allemaal stiekem het meest geïnteresseerd in lust en liefde? In welke volgorde laat ik graag aan jou over…

________________________________________________________________________

De tentoonstelling Liefde & Lust is tot en met 25 mei 2015 te zien in het Centraalmuseum.nl.

Bronnen: Centraalmuseum.nlstatic.digischool.nl

Nog meer heilige verhalen

Wie is die met pijlen doorboorde man die daar met slechts een rode lendendoek aan de boom hangt? Jezus hangt toch altijd aan een kruis? Wie is die zwart-wit geklede non die half voor zich uitstaart en naar de grond wijst? Staan er nou muizen op de papierrol die ze in haar hand houdt? Jakkes!

En wie is die bebaarde man met het kindje op zijn schouder? Dat lijkt wel het kindje Jezus met een glazen bol met kruis in zijn hand.

Rechter paneel Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

Rechter paneel Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

Eerder beschreef ik het ontstaan van het Lockhorst drieluik en welke Bijbelse taferelen en figuren zich op het linkerpaneel en het middelste deel van het drieluik afspelen. Het zal je waarschijnlijk niet meer verbazen dat ook op het rechter paneel weer drie heiligen staan. Maar welke dan? Al zoekend leer ik welke heiligen het zijn en waarom: Sebastiaan, Gertrudis van Nijvel en Christoforus.

Compleet doorzeefd maar niet uitgeleefd
In dit schilderij zie je eigenlijk meerdere versies van het martelaarschap van Sint-Sebastiaan samengebracht. Het verhaal gaat dat Sebastiaan in de 3e eeuw na Christus op het Marsveld door Romeinse soldaten is doorboord met pijlen. Wonder boven wonder overleefde hij de pijlen. Volgens een ander verhaal zou hij naakt zijn vastgebonden aan een boom of paal. Ook dat zou hij hebben overleefd. Pas de derde keer was het raak toen hij werd doodgeknuppeld in het Circus van Rome. Vervolgens hebben ze hem als oud vuil in het riool Cloaca Maxima gegooid. Lekker dan!

Uit het slijk
Een heilige dame – de ene zegt Lucina, anderen zeggen Irene – viste zijn resten uit de drek, waste hem schoon en gaf hem alsnog een eervolle rustplaats in de catacomben aan de Via Appia bij de toenmalige apostelbasiliek. Later is op deze plek de basiliek van ‘Sint-Sebastiaan buiten de Muren’ gebouwd. Gezien de verhalen over zijn doorboring verbaast het me niets dat hij later beschermheilige werd voor onder andere de (boog-)schutters, soldaten en jagers.

Dochter van een heilige
Gertrudis van Nijvel (626-659) was de dochter van de heilige Ida van Nijvel. Het christelijke geloof is haar dus letterlijk met de paplepel ingegoten. Hoe kan een heilige trouwens kinderen krijgen? Het antwoord vind ik in de verklaring dat haar moeder de abdij van Nijvel pas in 1640 stichtte nadat ze weduwe was geworden. Haar dochter Gertrudis schijnt al op jonge leeftijd voor God te hebben gekozen. Toen een prins haar ten huwelijk vroeg was haar antwoord:  “Ik heb als bruidegom gekozen de eeuwige schoonheid die de oorsprong is van de schoonheid van alle schepselen. Hij die oneindig veel rijkdommen bezit en door de engelen wordt aanbeden.” Toe maar!

Al op 20-jarige leeftijd werd ze abdis, de vrouwelijke leider van de abdij. Ze bad en studeerde veel in de Heilige Schrift. Daarnaast stichtte ze veel kerken om de heiligen te eren. Ze leefde in grote armoede en gaf alles wat ze had aan de armen, weduwen en wezen. Door het vele vasten en waken was ze zodanig verzwakt dat ze al op 33-jarige leeftijd stierf.

Wat had Gertrudis dan met muizen?
Volgens de legende kampte Nijvel met een muizen- en rattenplaag. Geen gif, val of kat hielp om van de plaag af te komen. Uiteindelijk besloten de inwoners van Nijvel naar het klooster te gaan voor hulp. Tot ieders verbazing renden de muizen en ratten de stad uit toen Gertrudis begon te bidden. Daarmee waren ze van het ongedierte bevrijd. Op de site van de IKON lees ik dat de muis het symbool van de afweer van het kwaad is. Volgens een andere uitleg staat de muis symbool voor een ziel van een overledene die bij Gertrudis langsgaat om zegen te krijgen voor de reis naar het hiernamaals. Zou Jan van Scorel de muizen en ratten op de banderol hebben afgebeeld voor zijn eigen reis naar gene zijde? Of voor die van zijn opdrachtgever meneer Lockhorst?

Jezus op de schouders
De man helemaal rechts heet Christoffel of Christoforus wat Christusdrager betekent. Het is dus inderdaad het kindje Jezus op zijn schouders. Volgens een van de legendes op Wikipedia wilde ene Reprobus zijn diensten alleen aanbieden aan het hoogste gezag. ´Eerst trad hij in dienst bij de koning, die echter bang bleek te zijn voor de keizer. Hij trad in dienst bij de keizer, maar die was bang voor de duivel . Toen bood hij zijn diensten aan aan de duivel. De duivel was echter bang voor Christus en Reprobus besloot Christus te gaan dienen. Dat deed hij, op advies van een kluizenaar, door mensen op zijn brede rug een rivier over te dragen. Op zekere dag moest hij een klein kind de rivier over tillen. Terwijl hij daarmee bezig was werd het kind echter zwaarder en zwaarder, totdat Reprobus bijna bezweek en tot zijn schouders in het water stond. Toen openbaarde het kind zich als Christus en doopte Reprobus in de rivier. Zijn doopnaam werd Christoffel, Christusdrager. Jezus liet Christoffels staf groen uitlopen en zond hem weg om het evangelie te prediken.’ Jan van Scorel heeft alleen een kale staf geschilderd.

En natuurlijk werd ook Christoffel uiteindelijk gemarteld en onthoofd. Elk verhaal over de heiligen en hun volhardendheid in het christendom is weer even merkwaardig en intrigerend. Zo ook over dit drietal.

Bronnen: Centraalmuseum.nlChrisdenengelsman.nlIKON.nl, Wikipedia.nl

_______________________________________________________________________

Dit paneel is een onderdeel van Het Lockhorstdrieluik De intocht van Christus in Jeruzalem en is met ander werk van Jan van Scorel te bewonderen in het Centraal Museum. Lees meer over Het Lockhorstdrieluik en Drie heiligen op het linker paneel en De intocht van Christus in Jeruzalem op het middenpaneel.

Paard op zolder

Gezadeld paard, Hans Wimmer

Groot gezadeld paard, Hans Wimmer

Dit paard staat niet in de gang. En ook niet in de wei. Nee, dit paard staat op zolder. Of beter gezegd: op de patio op de zolder van het Centraal Museum. Met dit imposante paard is ook meteen de hele patio gevuld.

Zeker bij kinderen ontlokt het paard regelmatig de reactie: ‘kijk, een kameel!’ Misschien komt dat door de kop – of het hoofd – die langer en spitser lijkt dan normaal. Dat doet me denken aan vroeger toen ik klein was. Toen had ik een nogal ondefinieerbare knuffel van pluche en plastic met een klein pruilmondje waar z’n eigen duim in paste. Het was een soort kruising tussen een aap en een beer met een koebel om. De knuffel droeg de merknaam ‘Monchhichi’ en was eind jaren ’70 razend populair. De koebel had ik er zelf aan gebonden…

Maar nu weer terug naar het paard, want het is toch echt een paard. En niet zomaar een paard, maar een heus kunstwerk van de Duitse beeldhouwer en tekenaar Hans Wimmer (Pfarrkirchen, 19 maart 1907 – München, 31 augustus 1992). Het beeld Groot gezadeld paard is al sinds 1981 in bruikleen van het Centraal Museum.

Levensecht Tangpaard
Hans Wimmer had een grote bewondering voor de Chinese Tang-dynastie (618-908) waaronder de Tang-paarden. Volgens kunsthistoricus Heinz Spielmann was de kunstenaar met de ´zwakte voor paarden´ de ´beste paardbeeldhouwer van de eeuw´. Als je goed naar het paard kijkt, ziet het er inderdaad waarachtig levensecht uit op het kamelenhoofd na dan. Een museumbezoekster die veel van paarden wist, zag in dit beeld een angstig paard die klaar was om weg te rennen. Helaas zal dat niet gaan zonder glassplinters en botbreuken…

Bronnen: Oberhausmuseum.de, Wikipedia

 

Grensoverschrijdend

Grens, Joop Moesman, 1950

Grens, Joop Moesman, 1950,Centraal Museum Utrecht

Waarom fascineren de werken van Joop Moesman mij zo? Echt vriendelijk kun je zijn schilderijen niet noemen. Eerder bevreemdend, een beetje wreed en seksueel geladen. ´Sex sells´ – dus misschien is dat het wel…

In veel van zijn werken komen (delen van) naakte mannen of vrouwen voor, meestal vervormd. Van de rondborstige vrouwen gaat door hun vleesmassa en houding vaak iets dreigends uit. Zijn schilderstijl is realistisch en tegelijk heel onwerkelijk – typisch surrealistisch. Hij wordt niet voor niets ook wel de Nederlandse Dalí genoemd.

Grens
Neem nu het schilderij Grens uit 1950. Het doek wordt doorsneden door een eindeloos lange witte muur die de grens vormt tussen land en zee. Misschien ook de grens tussen lichaam en geest? Tussen materie en lucht?

Ontblote vrouw
Wie is die voluptueuze vrouw zonder onderbenen en gezicht? Ogenschijnlijk zonder gêne toont ze haar waren. Voor de vorm heeft ze een rafelige sjaal losjes over haar schouders gedrapeerd. De uitsparing van haar sjaal doet me denken aan dat van een non in habijt. Door het silhouet van haar gezicht zie je de zee en de horizon – de grens tussen water en lucht.

Onthoofde vrouwen
Waarom liggen die witte koppen daar zo kris kras door elkaar? Alsof ze achteloos tegen de muur zijn neergekwakt door Griekse bouwvakkers die op de restanten van een Griekse tempel zijn gestuit en balen dat de bouw wordt stilgelegd. En ze weer naar hun centen kunnen fluiten.

De koppen lijken op afgietsels van het borstbeeld van de blauw gesluierde non rechts op het schilderij. Dergelijke bustes zie je in meerdere van zijn werken terug. De heilige Maria die hij niet uit kan staan?

Het lijkt wel alsof een kop zich door het muurtje heen heeft gewurmd en zich wanhopig in zee heeft gestort. Er vlak naast piepen twee dunne sprieterige onderbenen onder een rode gedrapeerde sjaal uit. Op de grens van dood en levend.

Ingemetselde gevallen vrouw
En wie is die gracieuze vrouw in een sierlijke pose half in de muur gemetseld? Het doet me denken aan een prostituee die in het raam op een klant wacht. Ondanks haar witte huid oogt ze als een mens van vlees en bloed, niet als een standbeeld. Haar hoofd, borsten, linker arm en knieën zijn al in de muur verdwenen. Haar rechter hand houdt ze nog aan onze kant van de muur. Ze bevindt zich letterlijk op de grens. Maar de grens van wat?

De grenzen van het katholieke geloof heeft hij in elk geval zeker overschreden. Moesman stak dan ook niet onder stoelen of banken dat hij een hekel had aan de katholieke kerk. Maar wat wilde hij hier nu mee zeggen en met zijn andere werken? Uit het boek Magisch Utrecht van Jan Juffermans maak ik op dat hij zelf niet of nauwelijks uitleg bij zijn werk gaf. En al zeker geen diepzinnige.

Ik vrees dat ik het antwoord op mijn vragen dan ook niet zal krijgen. Ook al zou ik zelf de grens van leven naar dood oversteken voor een praatje met hem in het hiernamaals…..

________________________________________________________________________

Het schilderij Grens en vele andere werken van Moesman zijn tot en met 9 juni 2014 te bewonderen bij de tentoonstelling Surreële werelden in Centraal Museum Utrecht.

Bronnen: Magisch Utrecht van Jan Juffermans, 2010 en CentraalMuseum.nl

De intocht van Christus in Jeruzalem

De intocht van Christus in Jeruzalem, Jan van Scorel, ca. 1526

Het Lockhorstdrieluik is ook wel bekend als het Drieluik met de intocht van Christus in Jeruzalem. Dat verklaart direct het tafereel wat je op het middenpaneel van dit drieluik ziet.

Het is een drukke bedoening daar bovenop de berg. De man met de baard op de ezel moet vast Jezus zijn. De palmtak in zijn hand symboliseert een pelgrim die een bedevaart naar Jeruzalem maakt. Later werd de palmtak ook het symbool voor een heilige die de marteldood is gestorven, zoals Jezus zelf de marteldood aan het kruis is gestorven.

Zijn volgelingen
De vrouw met de rode mantel en gele jurk die ernaast loopt, zou dat Maria Magdalena herself zijn? De mannen rondom Jezus houden hun kleurrijke kleren beschermend tegen hun borst gedrukt. Dat zullen wel zijn apostelen zijn. Patrick de Rynck schrijft in het boek De kunst van het kijken – Iconografie van de Europese schilderkunst 14de-18de eeuw dat de man met de grijze baard helemaal vooraan Petrus voorstelt. De man met het rode haar is Judas – die op dit schilderij al de beloning voor zijn komende verraad in een geldbuidel in zijn hand houdt. De man met het rode gewaad vlak naast Judas lijkt met zijn wijzende vinger ons te willen waarschuwen voor de verrader.

Warm welkom
De half op haar knieën gehurkte vrouw legt een zwart kleed – of misschien is het wel haar eigen omslagdoek – voor Jezus op de grond neer. De man schuin achter de vrouw houdt ook al zijn mantel klaar om deze uit te spreiden. De mensen rechts van Jezus zijn hem vanuit Jeruzalem tegemoet gelopen om hem te verwelkomen. De meesten met palmtakken in hun hand. Patrick de Rynck schrijft in het eerder genoemde kunstboek dat op de katholieke feestdag Palmpasen deze gebeurtenis wordt herdacht.

Jeruzalem in een reis door tijd
Schuin achter de mensenmenigte in vagere kleuren is Jeruzalem te zien, ervoor de Cedron-vallei. Het schijnt dat dit het beeld van Jeruzalem uit Jan van Scorel zijn tijd is en niet zoals het er in Christus’ tijd uitzag.

Op het schilderij zijn veel realistische details te ontwaren: vooraan de oostelijke stadsmuur met de Gouden poort en daarachter het grote Tempelplein met de rotstempel. Aan de noordzijde ligt de Grafkapel met twee koepels en een vierkante klokkentoren. Achter de stad rijst de citadel op. Aan de zuidzijde is de El Aksa moskee zichtbaar. En links van de stad zie je nog de berg Zion met kloostergebouwen.

Goed zijn huiswerk gedaan
Volgens de documentatie van het Centraal Museum is deze topografisch correct weergegeven beeltenis van de stad gebaseerd op een prent naar het stadsgezicht Civitas Hierusalem door Herman van Borculo. Jan van Scorel maakte zelf tijdens zijn reis naar Jeruzalem ook pentekeningen die hij later in zijn atelier in Utrecht in schilderijen uitwerkte.

Goed voorbeeld doet volgen
Als je naar de compositie kijkt, zie je dat deze min of meer schuin door de midden is gesneden. In de driehoek linksonder is het kleurgebruik heel rijk met verzadigde kleuren en gebeurt van alles – daardoor komt dit deel als het ware naar voren. Het vlak rechtsboven is rustig en veel lichter met pastel groen, blauw en zandkleur, en wijkt daardoor als het ware naar de achtergrond. Hoe kwam Jan van Scorel op het idee om dit schilderij op deze manier te schilderen? Volgens het Centraal Museum heeft hij de diagonale compositie ontleend aan de Zondvloed van Michelangelo in Sixtijnse kapel in Vaticaanstad. In de mensfiguren is de invloed van Rafaël zichtbaar.

Ook toen gold kennelijk al de regel: beter goed gejat dan slecht bedacht. Het resultaat mag er dan ook zijn.

Bronnen: www.centraalmuseum.nl , www.wikipedia.org, De kunst van het kijken – Iconografie  van de Europese schilderkunst 14de-18de eeuw, Patrick de Rynck

_______________________________________________________________________

De intocht van Christus in Jeruzalem en ander werk van Jan van Scorel is te bewonderen in het Centraal Museum. Lees meer over Het Lockhorstdrieluik en Drie heiligen op het linker paneel en Nog meer heilige verhalen op het rechter paneel.

Drie heiligen op een rij

Eerder vertelde ik hoe Jan van Scorel tot het schilderen van het Lockhorst drieluik kwam. Toen ontdekte ik ook dat elk paneel eigenlijk een schilderij op zich is. Een schilderij vol verhalen. Helaas heeft niet elke heilige op het linker paneel  een blij verhaal…

Linkerpaneel Lockhorst drieluik, 1526-1527

Linkerpaneel Lockhorst drieluik, 1526-1527

Verloofd met Jezus Christus
Zo ging ik beter kijken naar de dame helemaal links op het linker paneel. Wie is toch die schaars geklede schone? Ze heeft wel heel weinig om het lijf. En wat doet ze daar met een schaap aan haar voeten en een degen in haar hand?

Deze dame stelt de heilige Agnes voor die als 13-jarige weigerde te trouwen, omdat ze volgens zichzelf al met Jezus Christus verloofd was. Daarom werd ze bedreigd, gemarteld en verkracht. En uiteindelijk zelfs vermoord door een steek met een zwaard in haar keel.

De legende wil dat zij acht dagen nadat ze was begraven in de catacomben (3e of 4e eeuw) aan de via Nomentana in Rome, werd gezien in een gouden kleed, met een verlovingsring van Jezus Christus aan haar vinger en haar rechterzijde een wit lam. In de 7e eeuw werd op deze plek de basiliek Sint Agnes buiten de muren gebouwd. Op haar naamdag (21 januari) zegent de paus in deze kerk nog steeds twee lammeren.

Beschermheilige hoornvee
En wie is die rijk uitgedoste heilige die met zijn rug naar haar toestaat? Wat doet hij met die hoorn in zijn handen?

Deze man is paus Cornelius. De hoorn (cornu) is een associatie met zijn naam Cornelius. Hij is dan ook beschermheilige van de boeren en het rundvee (met name hoorn- en kleinvee).

In 251 werd Cornelius tot bisschop van Rome gewijd, en dus ook tot paus. Helaas duurde zijn loopbaan als paus niet lang. Zijn gematigde houding tegenover afvallige christenen bracht hem in conflict met Novatianus die extreme opvattingen verdedigde en zichzelf als paus zag (hij werd niet officieel erkend). Toen keizer Trebonianus Gallus de kerkvervolgingen opnieuw aanscherpte, werd paus Cornelius verbannen en gevangengenomen in Civitavecchia. Hier stierf hij in juni 253.

Officieel stierf hij door de ontberingen van zijn verbanning. Maar volgens sommigen gebeurde dit door onthoofding en daarom kreeg hij de titel ‘martelaar’ en werd hij als heilige vereerd.

Bijzonder is dat Van Scorel hem op dit schilderij de gelaatstrekken van paus Adriaan VI heeft gegeven, die meer dan duizend jaar later leefde: van 1459 tot 1523. Adriaan VI is de enige Nederlandse paus die we hebben gekend. Jan van Scorel heeft ongeveer een jaar in Rome voor hem gewerkt.

De vader van het kloosterleven
En de oude grijsaard met de baard; zit die nu werkelijk op de rug van een varken of lijkt dat alleen maar zo?

Deze christelijke heilige is bekend onder meerdere namen waaronder Antonius van Egypte, Antonius-Abt,  Antonius de Grote of Antonius met het varken

Antonius werd in 251 in Egypte geboren als kind van rijke ouders. Nadat zijn ouders stierven toen hij twintig jaar was, gaf hij alle bezittingen aan de armen en trok zich in eenzaamheid in de woestijn terug.

Later voegden andere christenen zich bij hem en vormden een van de eerste gemeenschappen van monniken in zijn klooster van Sint Antonius in de Oostelijke Woestijn van Egypte. Daarom staat hij ook wel bekend als de vader van het kloosterleven.

De bijnaam Antonius met het varken kreeg hij pas in de Middeleeuwen. De Antonieten, leden van de naar hem vernoemde verpleegorde, mochten hun varkens vrij laten rondlopen als vergoeding voor de verpleging die zij verstrekten. Op zijn naamdag 17 januari werden deze varkens geslacht en het vlees verdeeld onder de armen.

Op dit schilderij heeft Jan van Scorel hem dan ook afgebeeld met de herkenbare attributen: het varken en de kluizenaarsstaf.

Drie heiligen verenigd
Deze drie heiligen hadden tijdens hun korte of lange leven niets met elkaar te maken. Eeuwen later vereeuwigde Jan van Scorel hen samen op het doek, maar zonder dat ze met elkaar in contact zijn. Samen en toch apart.

Bron: Wikipedia.nl
_______________________________________________________________________

De intocht van Christus in Jeruzalem en ander werk van Jan van Scorel is te bewonderen in het Centraal Museum. Lees meer over Het LockhorstdrieluikDe intocht van Christus in Jeruzalem op het middenpaneel en Nog meer heilige verhalen op het rechter paneel.

Jan van Scorel bracht Italië naar Nederland

Madonna met kind_Jan van Scorel

Maria met kind, ca. 1527 – 1530


Als je de eerste expositieruimte van het Centraal Museum in Utrecht binnenstapt, loop je bijna meteen tegen twee Madonna’s met kind van Jan van Scorel aan.

De ene heet gewoon Madonna met kind en de andere Madonna met wilde rozen. Terwijl ook daar het kind wel behoorlijk veel aandacht vraagt. Jezus is een flink uit de kluiten gewassen knaap.

Beide Madonna’s hebben een zacht, rond gezicht en behoorlijk grote oren. Bij de ene gaan ze nog verscholen onder de dikke vlecht, bij de andere piepen ze er pontificaal onderuit.

Op beide schilderijen zie je blauwe lijnen, als een soort spataderen. Dat is de loodstift uit de ondertekening die in de loop der jaren door de verflaag heen is gekomen.

Wat mij verder opviel: de stof van de jurk lijkt op beide schilderijen behoorlijk dik. Toch priemen daar pronte tepels door de stof heen. En ze zitten ook behoorlijk hoog tegen de schouder aan. Jan van Scorel had wel een heel bijzonder model of zijn fantasie ging aan de wandel…. Een meer voor de hand liggende reden is dat hij de techniek nog moest leren beheersen, omdat dit onderwerp nog vrij nieuw was voor hem.

Rood, wit en blauw
In beide schilderijen is Maria gekleed in de voor de klassieke westerse kunst gebruikelijke kleuren rood, wit en blauw. Wit is de kleur van het licht. Het wijst ook naar onschuld en maagdelijkheid. Blauw is de kleur van de hemel, vandaar een ‘hemels’ blauwe kleur. Blauw is net als wit de kleur die verwijst naar reinheid en zondeloosheid. Het rood van haar jurk zou staan voor lijden of voor koninklijke waardigheid.

Madonna met Wilde rozen

Madonna met wilde rozen, ca. 1530

Ezel of koe?
Wat mij nog opviel op het schilderij Madonna met wilde rozen zijn een man met een koe op de heuvel rechtsachter de Madonna. Ik vind het tenminste op een koe lijken, maar volgens Chris den Engelsman is het een ezel. De ezel doet vermoeden dat dit schilderij een voorstelling van een rust op de vlucht naar Egypte is.

Massaproductie
Jan van Scorel begon met het schilderen van zijn Madonna’s in de jaren 1527-1530, toen hij zijn werkplaats in Haarlem vestigde en met knechten en leerlingen productie begon te maken. Mogelijk is Madonna met wilde rozen het product van een samenwerking tussen Jan van Scorel en zijn leerling Maerten van Heemskerck.

Van Scorel zette als eerste in Nederland een schilderswerkplaats op naar Italiaans model, waarbij veel leerlingen ook een grote productie mogelijk maken. Later zou Rubens zijn voorbeeld volgen.

Importeur van de Italiaanse Renaissance
Van Scorel veranderde de schilderkunst in Nederland voorgoed. Karel van Mander noemt hem in zijn Schilder-boeck uit 1604 “Lanteerndrager en straetmaker onser consten”. Waarmee hij bedoelde dat Van Scorel de grondlegger is van de schilderkunst in de Noordelijke Nederlanden. Hij speelde een hoofdrol in de verspreiding van de Italiaanse renaissancekunst in de Noordelijke Nederlanden.

Dat is een flink statement en toch is hij een relatief onbekende gebleven, in ieder geval veel minder bekend dan Hals, Rembrandt of Vermeer. Gelukkig heeft Jan van Scorel nu wel een plaats op de eerste rang bij de opstelling Dit is het Centraal Museum…

Bronnen: Centraalmuseum.nl, Chrisdenengelsman.nl, Kerstbeelden.nl

Nederlandse Madonna

Jonge vrouw – Jan Jansz. van Bronchorst, circa 1664

Als ik in het Centraal Museum ben, sta ik altijd even stil bij dit schilderij. Hoewel ze je niet aankijkt, houdt de jonge vrouw wel mijn blik gevangen. Haar dromerige blik fascineert me. Waar zou ze aan denken? En waarom is ze zo schaars gekleed? Het lijkt wel in een nachthemd. En dan die ontblote borst en losse krullen die wulps over haar schouders vallen. Terwijl ze tegelijk heel vroom oogt.

Iemand vertelde me eens dat de Jonge vrouw ook wel de Nederlandse Madonna wordt genoemd; meerdere deskundigen hebben beweerd dat ze Maria Magdalena moet voorstellen. Het bijzondere is alleen dat ze geen van de voor Maria Magdalena gebruikelijke zeventiende-eeuwse attributen – schedel, boek of crucifix – bij zich heeft. De identificatie is dan ook alleen gebaseerd op haar houding en meditatieve blik.

Ze heeft voorlopig een mooi plekje geïsoleerd van andere schilderijen, zodat ze niet gestoord wordt in haar meditatie. Dus als je langsloopt, ssttt zachtjes….

_________________________________________________________________________

Dit schilderij uit de vaste collectie is in elk geval te zien tot en met 25 augustus 2013 tijdens de opstelling Maria Elisabeth Houtzager, spraakmakende directrice.

Bron: www.centraalmuseum.nl

William Engelen verbindt muzikaal

De muzikale composities van William Engelen brengen letterlijk verbinding: tussen de materie en muziek, maar ook tussen de onderdelen van de expositie. De tentoonstelling Ontploft blik* begint met zijn installatie Straatmuzikant.

Straatmuzikant William Engelen
Straatmuzikant William Engelen

Bijzonder is dat je bij deze installatie juist geen muziek hoort, maar omgevingsgeluiden. De muzikant is er even niet alleen zijn spullen staan er, inclusief een geblokt kleedje voor de hond met bot en voerbakje. Grappig is dat een medewerker van het museum zijn kleedje van thuis voor deze installatie heeft geleend.

Breaking the Milka bar
Op de entresol hangt Breaking the bar. Een muzikale compositie gebaseerd op 9 smaken van de wereldbekende Milka chocoladerepen: van puur naar wit, met daartussen onder andere noisette, kuhflecken en karamel. Als rode draad loopt de bekende en als 30 jaar onveranderde melodie uit de Milka reclame van radio en t.v. Halverwege de tentoonstelling kom je in een ruimte met allemaal partituren en koptelefoons waar je op je gemak naar zijn creaties kan luisteren, zoals bijvoorbeeld naar kamerplanten….
Einzelgänger WilliamEngelen

Einzelgänger William Engelen

En hij eindigt met zijn werk Einzelgänger, een soort zelfportret. Een compositie
gebaseerd op het volkslied ‘Utrechtse bipsen botserij´ klinkt bij een mobile van 12 van zijn eigen (pyjama)broeken om van kippengaas gemodelleerde benen.

 

______________________________________________________
* Ontplofte blik tot en met 28 oktober 2012 te zien in het Centraal Museum Utrecht.