Gestolde gedachten
Verzameling van woorden
Vertraagd –
verstild in de tijd
Proeven op je tong
Walsen door je mond
Niet inslikken –
opschrijven
Gestolde gedachten
Verzameling van woorden
Vertraagd –
verstild in de tijd
Proeven op je tong
Walsen door je mond
Niet inslikken –
opschrijven
Lente! – Het licht stroomt stil over mensen
Verwarmt hun blote benen en kruinen
Fonteinen wit hun bloesems in de tuinen
Stralen lichtheid na een donker bestaan
Nu zingt het nieuwe leven in mijn hart
Een grote stilte scheidt mij van de dingen
Zonder ballast opveren en springen
Uitgelaten dansen en zingen – heel hard
Dingen die rondom vaststaan
Of zich rond me in grote kringen bewegen
Stralen lichtheid na een donker bestaan
Lente! – Het licht stroomt stil over mensen
Nu zingt het nieuwe leven in mijn hart
_________________________________________________________________
Dit gedicht heb ik geschreven vanuit de schrijfopdracht om een nieuw gedicht te schrijven met (delen van) zinnen uit het gedicht Lente van Martinus Nijhoff uit De Wandelaar (1916).
Een aarzelend stroompje
streelt zacht mijn tenen
Een kabbelend beekje
kietelt aan mijn knieën
Een gezwollen rivier
zwelt om mijn middel
De sterke stroming
sleurt me aan mijn schouders mee
De golven rollen over me heen
trekken me naar open zee
Ik rol over de golven heen
trek aan de gesloten zee
De golven rollen terug
de zee trekt zich terug
Een tsunami van verdriet
rolt over het natte strand
Ik blijf alleen achter
als wrakhout op het droge zand
Ze lachen te hard
Ze lachen te veel
He je je eigen bushalte
Geschrokken spring ik opzij
Glitter-UGGS snellen me voorbij
Een restje Energydrank
om haar rood gestifte mond
Vliegt in roze spetters rond
Eh sorry hoor
Wie jij of ik
Moe je een mep in je mik
Een bek als een scheermes
Klaar om te fileren
En in pekel te marineren
Zwarte kohlranden die priemen
Of ik het dan niet zie
Nee en zij zelf ook nie
Mijn pen raast over het papier
alsof ik word opgejaagd
door mijzelf
Naar adem happend
struikel ik over mijn eigen letters
slik ik ze half in
Met kramp in mijn vingers
ren ik naar de volgende regel
Het laatste woord
is nog niet gezegd
Een witte plastic zak
Danst boven de daken
Maakt een pas de deux
Draait een pirouette
Valt plots in een duikvlucht
Zijgt dan slap ineen
Krabbelt weer op
Dwarrelt doelloos rond
Smakt tegen een lantaarn
Rode letters vouwen zich om grijs
Lusteloos glijdt ie naar beneden
Landt in een smerige modderplas