Als we op onze laatste vakantiedag nietsvermoedend in museum KODE in Bergen (Noorwegen) langs de schilderijen lopen, stuiten we op dit schilderij van een gletsjer. ‘Hé!’, roepen we allebei spontaan. Die gletsjer hebben we in het echt gezien.’ Het bijschrift bevestigt onze vermoedens dat dit de Nigardsbreen voorstelt.
Déja vu
Een paar dagen ervoor hebben we zelf bij de Nigardsbreen gestaan. Wel een gek idee dat de Noorse schilder Johan Christian Dahl meer dan anderhalve eeuw voor ons naar dezelfde gigantische brok ijs had staan staren. Het exacte punt waar hij moet hebben gestaan, kunnen wij ons niet voor de geest halen. De houten huisjes die we op het schilderij zien, staan er niet meer. Wel ligt voor de gletsjertong nu een meertje dat we op het schilderij niet terugzien. Aan de luchtige kleding van de herder te zien, heeft Dahl dit tafereel in warmere tijden geschilderd. Op het schilderij is het landschap groen terwijl wij nog door de sneeuw hebben geploeterd om dichter bij de gletsjer te komen.
Blauwer dan blauw
Het blauw op het schilderij lijkt net zo onwerkelijk als in de werkelijkheid. Toen we de gletsjer naderden had ik steeds het gevoel alsof ik op een grote blauw geverfde schuimtaart af liep. Pas toen ik er met mijn neus bovenop stond en het ijs kleine knappende geluidjes hoorde maken, kon ik geloven dat het toch echt ijs was. Eeuwig bevroren water. Hoewel eeuwig?
Terugtrekkende beweging
De Nigardsbreen is nu ongeveer 48 km². In Dahls tijd was deze zij-arm van de Jostedalsbreen – de grootste gletsjer van Europa – groter dan nu. In 1748 was de gletsjer op zijn grootst. Tussen 1870 en 2007 is de Nigardsbreen wel 2,4 km geslonken. Ik ben benieuwd hoe de gletsjer er dan over weer anderhalve eeuw bij ligt. Weer een paar kilometer korter of helemaal verdwenen als sneeuw voor de zon?
_____________________________________________________