Nog meer heilige verhalen

Wie is die met pijlen doorboorde man die daar met slechts een rode lendendoek aan de boom hangt? Jezus hangt toch altijd aan een kruis? Wie is die zwart-wit geklede non die half voor zich uitstaart en naar de grond wijst? Staan er nou muizen op de papierrol die ze in haar hand houdt? Jakkes!

En wie is die bebaarde man met het kindje op zijn schouder? Dat lijkt wel het kindje Jezus met een glazen bol met kruis in zijn hand.

Rechter paneel Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

Rechter paneel Lockhorst drieluik, Jan van Scorel, 1526-1527

Eerder beschreef ik het ontstaan van het Lockhorst drieluik en welke Bijbelse taferelen en figuren zich op het linkerpaneel en het middelste deel van het drieluik afspelen. Het zal je waarschijnlijk niet meer verbazen dat ook op het rechter paneel weer drie heiligen staan. Maar welke dan? Al zoekend leer ik welke heiligen het zijn en waarom: Sebastiaan, Gertrudis van Nijvel en Christoforus.

Compleet doorzeefd maar niet uitgeleefd
In dit schilderij zie je eigenlijk meerdere versies van het martelaarschap van Sint-Sebastiaan samengebracht. Het verhaal gaat dat Sebastiaan in de 3e eeuw na Christus op het Marsveld door Romeinse soldaten is doorboord met pijlen. Wonder boven wonder overleefde hij de pijlen. Volgens een ander verhaal zou hij naakt zijn vastgebonden aan een boom of paal. Ook dat zou hij hebben overleefd. Pas de derde keer was het raak toen hij werd doodgeknuppeld in het Circus van Rome. Vervolgens hebben ze hem als oud vuil in het riool Cloaca Maxima gegooid. Lekker dan!

Uit het slijk
Een heilige dame – de ene zegt Lucina, anderen zeggen Irene – viste zijn resten uit de drek, waste hem schoon en gaf hem alsnog een eervolle rustplaats in de catacomben aan de Via Appia bij de toenmalige apostelbasiliek. Later is op deze plek de basiliek van ‘Sint-Sebastiaan buiten de Muren’ gebouwd. Gezien de verhalen over zijn doorboring verbaast het me niets dat hij later beschermheilige werd voor onder andere de (boog-)schutters, soldaten en jagers.

Dochter van een heilige
Gertrudis van Nijvel (626-659) was de dochter van de heilige Ida van Nijvel. Het christelijke geloof is haar dus letterlijk met de paplepel ingegoten. Hoe kan een heilige trouwens kinderen krijgen? Het antwoord vind ik in de verklaring dat haar moeder de abdij van Nijvel pas in 1640 stichtte nadat ze weduwe was geworden. Haar dochter Gertrudis schijnt al op jonge leeftijd voor God te hebben gekozen. Toen een prins haar ten huwelijk vroeg was haar antwoord:  “Ik heb als bruidegom gekozen de eeuwige schoonheid die de oorsprong is van de schoonheid van alle schepselen. Hij die oneindig veel rijkdommen bezit en door de engelen wordt aanbeden.” Toe maar!

Al op 20-jarige leeftijd werd ze abdis, de vrouwelijke leider van de abdij. Ze bad en studeerde veel in de Heilige Schrift. Daarnaast stichtte ze veel kerken om de heiligen te eren. Ze leefde in grote armoede en gaf alles wat ze had aan de armen, weduwen en wezen. Door het vele vasten en waken was ze zodanig verzwakt dat ze al op 33-jarige leeftijd stierf.

Wat had Gertrudis dan met muizen?
Volgens de legende kampte Nijvel met een muizen- en rattenplaag. Geen gif, val of kat hielp om van de plaag af te komen. Uiteindelijk besloten de inwoners van Nijvel naar het klooster te gaan voor hulp. Tot ieders verbazing renden de muizen en ratten de stad uit toen Gertrudis begon te bidden. Daarmee waren ze van het ongedierte bevrijd. Op de site van de IKON lees ik dat de muis het symbool van de afweer van het kwaad is. Volgens een andere uitleg staat de muis symbool voor een ziel van een overledene die bij Gertrudis langsgaat om zegen te krijgen voor de reis naar het hiernamaals. Zou Jan van Scorel de muizen en ratten op de banderol hebben afgebeeld voor zijn eigen reis naar gene zijde? Of voor die van zijn opdrachtgever meneer Lockhorst?

Jezus op de schouders
De man helemaal rechts heet Christoffel of Christoforus wat Christusdrager betekent. Het is dus inderdaad het kindje Jezus op zijn schouders. Volgens een van de legendes op Wikipedia wilde ene Reprobus zijn diensten alleen aanbieden aan het hoogste gezag. ´Eerst trad hij in dienst bij de koning, die echter bang bleek te zijn voor de keizer. Hij trad in dienst bij de keizer, maar die was bang voor de duivel . Toen bood hij zijn diensten aan aan de duivel. De duivel was echter bang voor Christus en Reprobus besloot Christus te gaan dienen. Dat deed hij, op advies van een kluizenaar, door mensen op zijn brede rug een rivier over te dragen. Op zekere dag moest hij een klein kind de rivier over tillen. Terwijl hij daarmee bezig was werd het kind echter zwaarder en zwaarder, totdat Reprobus bijna bezweek en tot zijn schouders in het water stond. Toen openbaarde het kind zich als Christus en doopte Reprobus in de rivier. Zijn doopnaam werd Christoffel, Christusdrager. Jezus liet Christoffels staf groen uitlopen en zond hem weg om het evangelie te prediken.’ Jan van Scorel heeft alleen een kale staf geschilderd.

En natuurlijk werd ook Christoffel uiteindelijk gemarteld en onthoofd. Elk verhaal over de heiligen en hun volhardendheid in het christendom is weer even merkwaardig en intrigerend. Zo ook over dit drietal.

Bronnen: Centraalmuseum.nlChrisdenengelsman.nlIKON.nl, Wikipedia.nl

_______________________________________________________________________

Dit paneel is een onderdeel van Het Lockhorstdrieluik De intocht van Christus in Jeruzalem en is met ander werk van Jan van Scorel te bewonderen in het Centraal Museum. Lees meer over Het Lockhorstdrieluik en Drie heiligen op het linker paneel en De intocht van Christus in Jeruzalem op het middenpaneel.

Van verbod tot gebod

De bijzondere ontwikkeling van de christelijke kunst

Petrus en Paulus, 4e eeuw

Petrus en Paulus, 4e eeuw

Van een verbod op enige beeltenis van God tot de beeldengroep Laocoön en zijn zoons en de rijk beschilderde Sixtijnse Kapel in het Vaticaan – hét centrum van het westerse christendom. Hoe hebben de christenen deze radicale ommezwaai gemaakt? En waarom? De ontwikkelingen zijn veelomvattend en regionaal te verschillend om de hele lading te dekken. Maar er valt wel een rode draad in de ontwikkeling van de christelijke kunst te ontdekken.

Hekel aan beelden
Jezus Christus en zijn volgelingen worden eerst als een Joodse sekte beschouwd. Maar rond 30-40 n.Chr. begint het christendom zich snel binnen het Romeinse rijk  te verspreiden. De christenen weigeren de beelden van de Romeinse keizers te aanbidden, verafgoden. Mede door hun weigering de keizers te eren, worden ze door de Romeinen vervolgd.

Bidden in de basilica
Onder het bewind van Constantijn de Grote (280-337) wordt de Romeinse houding ten opzichte van de christenen milder. Kennelijk denkt Constantijn: ‘if you can’t beat them, you’d bettter join them’. Mogelijk had hij zelf ook christelijke overtuigingen? In 324 laat hij de Oude Sint-Pietersbasiliek voor de christenen bouwen. Tot die tijd heeft de Romeinse basilica een algemene functie voor rechtspraak en handel.

In 1506 neemt paus Julius II het initiatief om op de plek van de inmiddels afgetakelde Oude Sint-Pieter de huidige Sint-Pietersbasiliek te bouwen. Een project dat meer dan een eeuw zal duren. Met als resultaat dé basiliek die vandaag de dag nog steeds het hart van de rooms-katholieke kerk vormt.

Boodschap in beeld
De christenen willen hun geloof graag verder verspreiden. Alleen hoe moet je de religieuze boodschap overbrengen aan mensen die niet kunnen lezen? Daarom gaan de christenen toch afbeeldingen gebruiken. Dit zijn hele sobere tweedimensionale beelden met een vaste hiërarchie van figuren. zonder decoratieve elementen die alleen maar van de boodschap kunnen afleiden.

Overigens is niet iedereen het eens met het gebruik van afbeeldingen. Tussen 726 en 824 lopen in het Byzantijnse Rijk de meningen nogal uiteen. De schilder, schrijver en docent kunstgeschiedenis Julian Bell beschrijft deze tendens in zijn boek Spiegel van de wereld (2008). De voorstanders – de zogeheten iconodulen – geloven dat de afbeeldingen van Jezus de ziel in de juiste richting kunnen wijzen. De iconoclasten (beeldenstormers) vinden juist dat bidden voor afbeeldingen afgodendienst is. Net als de eerste christenen.

Moeder Gods van Vladimir, 1131

Moeder Gods van Vladimir, 1131

Iconen in Byzantium
Hoe krijgt de kunst dan toch voet aan de grond? Uiteindelijk overwint het idee dat kunst een religieuze betekenis heeft. In Spiegel van de wereld beschrijft Bell de argumentatie hiervoor: “God, die de mens naar zijn beeld had geschapen en zelf vlees was geworden, garandeerde de rechtgeaardheid van afbeeldingen.”

Volgens Bell ondersteunden de kerkelijke legenden zoals die van Lucas dit standpunt. De heilige Lucas, schrijver van een der evangeliën, zou afbeeldingen hebben gemaakt van de maagd Maria en haar kind tijdens hun leven. 1130 jaar later bidden de schilders in Constantinopel voordat ze beginnen te schilderen. Zo hopen ze naar het voorbeeld van hun voorganger getrouwe beelden van de heilige te maken – de zogeheten iconen. Een mooi voorbeeld hiervan is De maagd van Vladimir, 1131. De gelovigen denken door dergelijke iconen te beschouwen dichter bij de genadige moeder God zelf te komen.

Leven in en met het geloof
Rond de 11e eeuw ontstaan de eerste kloosterordes die kloosters bouwen om zich in totale afzondering aan het geloof te wijden. De gebouwen in de Romaanse stijl zijn heel donker en massief met veel steen, rondbogen en weinig raam. Deze kerken versterken de angst en het nietige gevoel van de mensen. Mooie Nederlandse voorbeelden zijn de Sint-Servaasbasiliek en de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw in Maastricht.

Reliekhouder, Limoges_ca 1200

Reliekhouder, Limoges, ca. 1200

Halverwege de 12e eeuw willen steeds meer gelovigen zelf de overblijfselen van heiligen zien. Wat doe je dan met de overblijfselen van de heiligen – de zogeheten relikwieën? Natuurlijk kun je die niet zomaar op een schaal leggen. Daarvoor worden reliekhouders gemaakt, soms in de vorm van de relikwie zelf zoals een vinger, schedel of ellepijp. Afhankelijk van de rijkdom van de opdrachtgever worden dit ware rijk gedecoreerde kunstwerken met de kostbaarste pigmenten als goud en azuurblauw.

Interieur kathedraal Santiago de Compostella

Interieur kathedraal Santiago de Compostella

Religieus toerisme
Een van de belangrijkste christelijke bedevaartsoorden is Santiago de Compostella, waar zich volgens de legende het graf van de apostel Jakobus bevindt. De mensen komen van heinde en verre en meestal te voet. Om de pelgrims tijdens hun lange en zware reis onderdak te bieden en het geloof te belijden, ontstaan de eerste pelgrimskerken. Waarom willen ze eigenlijk al deze ontberingen doorstaan? Meestal om te genezen of boete te doen voor hun zonden. Het enige levensdoel in de Middeleeuwen is een plekje in de hemel bemachtigen.

Met de opkomst van het religieuze toerisme stopt onze reis even. Graag neem ik jullie in de volgende blog verder mee.

_________________________________________________________________________

Ik heb deze blog geschreven als gastblogger op de website van Kunsthistorische Leergangen Utrecht.

Bronnen: Spiegel van de wereld, Julian Bell, 2008, Wikipedia.nl,
Cursus Inleiding kunstgeschiedenis, Hanneke Leenders – KLU