De anti-koolhydratenfundamentalist

noten

We rijden station Utrecht nog niet uit of de slanke brunette tegenover me diept een bakje uit haar Versace-tas. Als een vogel pikt ze een voor een noten en zaden uit het bakje en werkt ze stelselmatig naar binnen. Pfff, weer zo iemand die de godganse dag eet en toch slank blijft. Geërgerd kijk ik naar buiten en in de spiegeling van het raam zie ik mezelf. Vergeleken bij haar voel ik me een dikke vette pad.

Ze is vast en zeker zo’n discipel van de nieuwe gezondheidsmessias Kris Verburgh. Geen suiker, geen zuivel, zelfs geen aardappel of rijst predikt hij! Heel de schijf van vijf schiet hij met zijn Voedselzandloper aan flarden. Niets laat hij ervan heel. Heel de voedselketen zet hij op z’n kop.

Ik begrijp niets van zijn ingewikkelde formules en plaatjes van enzymen, glucose, sucrose en de glycemische index. Als een ware fundamentalist probeert hij mijn zwakke geest te bewerken en zaait hij angst: als je zo blijft eten is er geen ontkomen aan. In het raam zie ik een lijntje in mijn oorlel die me niet eerder is opgevallen. Dat is toch niet het ‘Frank-teken’? Volgens Kris duidt dat op een verhoogde kans op een hartaanval en zijn mijn dagen al geteld. Een gerimpeld vel, hart- en vaatziekten, diabetes, dementie en complete aftakeling liggen op de loer. Het is niet de vraag of je ten onder zult gaan, maar alleen wanneer.

Ik heb honger, maar iets houdt me nu tegen mijn boterham met roomboter en kaas te pakken. Ergens in mij fluistert een stemmetje: ´ja ik wil ook als een slanke twintiger over het strand huppelen en aanbeden worden door jonge mannelijke adonissen. Ja, ik wil.´ Een mantra echoot door mijn hoofd: ´Gij zult geen koolhydraten meer eten of gij belandt in de hel met alle andere witbroodeters. Maar er is nog hoop: bekeert ge tot quinoia en chiazaad en u maakt nog kans op een plaatsje in de gezonde hemel van eeuwige jongelingen.´

Op de cadans van de trein sukkel ik in slaap. Ik droom dat een volgeling van de Voedselzandloperssekte me heeft gehypnotiseerd en ontvoerd naar Quinoa-land. Geblinddoekt en geketend krijg ik te horen dat vanaf nu mijn dagelijkse voedsel uit fruit, noten en zaden bestaat. Als een junk die cold turkey afkickt, lig ik kwijlend aan de ketting en krijg een visioen van een boterham met volvette roomboter en mierzoete jam. Als de trein vaart mindert, schrik ik wakker.

De trein rijdt station Amersfoort binnen en de slanke brunette is uitgeknaagd. Met een zwierig gebaar slingert ze haar lege voederbakje in haar Versace-tas en schrijdt als een sierlijke kraanvogel op haar stilettohakken het perron op.

Ik denk weer aan de Voedselzandloper en het irriteert me, híj irriteert me met zijn gepreek over een leven lang fit en een eeuwige jeugd. Iedereen moet toch een keer ergens aan dood gaan? Ik pak mijn boterham met kaas uit mijn tas en neem een flinke hap. Heerlijk!

Op een kort leven lang genieten!

Grensoverschrijdend

Grens, Joop Moesman, 1950

Grens, Joop Moesman, 1950,Centraal Museum Utrecht

Waarom fascineren de werken van Joop Moesman mij zo? Echt vriendelijk kun je zijn schilderijen niet noemen. Eerder bevreemdend, een beetje wreed en seksueel geladen. ´Sex sells´ – dus misschien is dat het wel…

In veel van zijn werken komen (delen van) naakte mannen of vrouwen voor, meestal vervormd. Van de rondborstige vrouwen gaat door hun vleesmassa en houding vaak iets dreigends uit. Zijn schilderstijl is realistisch en tegelijk heel onwerkelijk – typisch surrealistisch. Hij wordt niet voor niets ook wel de Nederlandse Dalí genoemd.

Grens
Neem nu het schilderij Grens uit 1950. Het doek wordt doorsneden door een eindeloos lange witte muur die de grens vormt tussen land en zee. Misschien ook de grens tussen lichaam en geest? Tussen materie en lucht?

Ontblote vrouw
Wie is die voluptueuze vrouw zonder onderbenen en gezicht? Ogenschijnlijk zonder gêne toont ze haar waren. Voor de vorm heeft ze een rafelige sjaal losjes over haar schouders gedrapeerd. De uitsparing van haar sjaal doet me denken aan dat van een non in habijt. Door het silhouet van haar gezicht zie je de zee en de horizon – de grens tussen water en lucht.

Onthoofde vrouwen
Waarom liggen die witte koppen daar zo kris kras door elkaar? Alsof ze achteloos tegen de muur zijn neergekwakt door Griekse bouwvakkers die op de restanten van een Griekse tempel zijn gestuit en balen dat de bouw wordt stilgelegd. En ze weer naar hun centen kunnen fluiten.

De koppen lijken op afgietsels van het borstbeeld van de blauw gesluierde non rechts op het schilderij. Dergelijke bustes zie je in meerdere van zijn werken terug. De heilige Maria die hij niet uit kan staan?

Het lijkt wel alsof een kop zich door het muurtje heen heeft gewurmd en zich wanhopig in zee heeft gestort. Er vlak naast piepen twee dunne sprieterige onderbenen onder een rode gedrapeerde sjaal uit. Op de grens van dood en levend.

Ingemetselde gevallen vrouw
En wie is die gracieuze vrouw in een sierlijke pose half in de muur gemetseld? Het doet me denken aan een prostituee die in het raam op een klant wacht. Ondanks haar witte huid oogt ze als een mens van vlees en bloed, niet als een standbeeld. Haar hoofd, borsten, linker arm en knieën zijn al in de muur verdwenen. Haar rechter hand houdt ze nog aan onze kant van de muur. Ze bevindt zich letterlijk op de grens. Maar de grens van wat?

De grenzen van het katholieke geloof heeft hij in elk geval zeker overschreden. Moesman stak dan ook niet onder stoelen of banken dat hij een hekel had aan de katholieke kerk. Maar wat wilde hij hier nu mee zeggen en met zijn andere werken? Uit het boek Magisch Utrecht van Jan Juffermans maak ik op dat hij zelf niet of nauwelijks uitleg bij zijn werk gaf. En al zeker geen diepzinnige.

Ik vrees dat ik het antwoord op mijn vragen dan ook niet zal krijgen. Ook al zou ik zelf de grens van leven naar dood oversteken voor een praatje met hem in het hiernamaals…..

________________________________________________________________________

Het schilderij Grens en vele andere werken van Moesman zijn tot en met 9 juni 2014 te bewonderen bij de tentoonstelling Surreële werelden in Centraal Museum Utrecht.

Bronnen: Magisch Utrecht van Jan Juffermans, 2010 en CentraalMuseum.nl

Gestrande liefde

Een aarzelend stroompje
streelt zacht mijn tenen

Een kabbelend beekje
kietelt aan mijn knieën

Een gezwollen rivier
zwelt om mijn middel

De sterke stroming
sleurt me aan mijn schouders mee

De golven rollen over me heen
trekken me naar open zee

Ik rol over de golven heen
trek aan de gesloten zee

De golven rollen terug
de zee trekt zich terug

Een tsunami van verdriet
rolt over het natte strand

Ik blijf alleen achter
als wrakhout op het droge zand