De kriebels

Toen ik op een zondagmiddag in het Museum Ludwig in Keulen tegenover dit schilderij stond, kreeg ik de kriebels. Hoe die dokter daar staat met de injectienaald in zijn hand. De stoel op de achtergrond doet me denken aan een elektrische stoel. Brrr…

Portret van Dr. Hans Koch, Otto Dix, 1921

Portret van Dr. Hans Koch, Otto Dix, 1921

Als ik nog een tweede keer kijk, zie ik de beugels die aan de stoel bevestigd zijn. Het lijkt me idioot hoog, maar ik neem aan dat deze bedoeld zijn voor vrouwen om hun benen in te leggen. Dat geeft me nog meer de kriebels. Zo’n dokter Kreep die tussen je benen kijkt. Jakkes!

Nare ervaring
Dat herinnert mij ook aan mijn eigen eerste ervaring met een gynaecoloog. Ik was een jaar of zeventien en keek nou niet echt naar het bezoek uit. Naast dat het niet helemaal pijnloos was, was het vooral heel ongemakkelijk, heel gênant. Toen de arts klaar was, bleef hij net iets te lang bij mijn buik dralen om vervolgens met zijn handen omhoog te klimmen. Ik had dan geen ervaring met gynaecologen, maar mijn instinct zei dat dit niet pluis was. Dus ik ging zo snel als ik kon vanuit die ongemakkelijke positie rechtop zitten, zwaaide mijn benen over de rand en griste mijn kleren bij elkaar. Terwijl ik me vliegensvlug aankleedde mompelde ik met mijn gezicht naar beneden gericht dat we ‘volgens mij’ wel klaar waren. Vervolgens snelde ik naar de deur en verliet met verhitte wangen de ruimte.

Jaren later vertelde de moeder van een vriendin dat zij een soortgelijke ervaring met deze arts had en dat hij na meerdere aangifte ontslagen was. Ik ben opgelucht dat hij uiteindelijk gepakt is, maar boos dat sommige kerels dus op die manier misbruik van hun positie kunnen maken.

Op het bijschrift bij het schilderij lees ik dat deze arts geen gynaecoloog is, maar een uroloog. Iemand die zich bezighoudt met de nieren en urinewegen van mannen en vrouwen. Het is dan wel een ander specialisme, maar ze begeven zich beide op hetzelfde intieme vlak. Of in dezelfde gevarenzone… Het is maar net aan welke gek je bent overgeleverd.

Vriendschap plus

Dubbelportret Carl Georg Heise en Hans Mardersteig, Oskar Kokoschka, 1919

Dubbelportret Carl Georg Heise en Hans Mardersteig, Oskar Kokoschka, 1919, Museum Boijmans Van Beuningen

Wie zijn deze mannen en wat bindt hen? Beiden staren voor zich uit, ieder in hun eigen wereld. Ieder in hun eigen vakje. En toch lijkt het of iets hen verbindt. Maar wat dan?, vroeg ik me afgelopen zondag af toen ik voor dit schilderij van Oskar Kokoschka stond in Museum Boijmans Van Beuningen.

Ze hebben iets zachts en kwetsbaars over zich. Te zacht om zakenpartners te zijn, lijkt me. Broers of vrienden misschien? Gelukkig had ik de multimedia tour gedownload dus kon ik op mijn gemak naar het kleurrijke schilderij blijven kijken en tegelijk luisteren naar de uitleg.

Expressionistische kleurenexplosie
Nadat ik al heel wat donkere schilderijen van Kokoschka zijn hand had gezien, was het verfrissend om wat langer bij dit kleurrijke schilderij stil te staan. Het meest opvallend en onrealistisch was het gele gezicht van de man links. Zijn diep donkerblauwe pak contrasteert mooi met het rood en geel van zijn gezicht en de tafel.

Meer dan vriendschap alleen
Ondertussen hoorde ik het antwoord op mijn vraag. Deze twee mannen zijn de typograaf Hans Mardersteig en de kunsthistoricus Carl Georg Heise die een homoseksuele relatie met elkaar hadden. Dus dat is wat hen bindt!

Ze waren bevriend met Kokoschka die door zijn kleurgebruik hun verschillende karakters wilde uitbeelden. Mandersteig was introvert en heeft daarom een donkerblauw pak aan. Het gele gezicht illustreert het innerlijke vuur in hem. Het extravertere karakter van Heise komt tot uitdrukking in een uitbundiger kleurgebruik met losse toetsen. Persoonlijk vind ik dat wat moeilijker te zien. Groen vind ik meer een rustgevende kleur.

Samen en toch apart
Een ander opvallend detail is de dwarslat. Eerst was het de bedoeling dat de portretten samen een tweeluik met scharnieren zouden vormen. Later werden ze toch in één lijst gevat. Volgens de multimediatour van Boymans zou het schilderij zonder het inklapmechanisme probleemloos in de traditie van het vriendschapsschilderij passen. En dat was beter, omdat hun liefdesrelatie in die tijd nog strafbaar was.

Wat maakt het nu voor verschil of je samen in één lijst met een tussenschot zit of als twee losse panelen met een scharnier ertussen? Toen was dat kennelijk een wezenlijk verschil. Maar goed dat ze toch samen zijn gebleven, want juist het dubbelportret is fascinerend en roept vragen op. Tenminste bij mij.

Bron: Museum Boijmans Van Beuningen

Spetterend en wervelend oudjaarsfeest

Bal Tabarin van Jan Sluijters, 1907

Een spetterend oudjaarsfeest. Daaraan doet dit schilderij van Jan Suijters mij denken. Het is alleen geen oudjaar, maar een gewone dansavond in Bal Tabarin in Parijs.

Het spetterende en wervelende licht komt niet van vuurwerk, maar van het eerste elektrische licht wat in die dagen in Parijs in opkomst was. Sluijters was net als zijn landgenoot Kees van Dongen enorm gefascineerd door dit nieuwe fenoneem. Zo verbeeldde Van Dongen het Parijse uitgaansleven onder andere op Moulin de la Galette en La Mattchiche.

Negatief oordeel
Ik vind de beweging, het plezier dat van schilderijen als Bal Tabarin en Spaanse danseres afspat fantastisch. Helaas dacht de jury van zijn tweede Prix de Rome-jaar daar anders over. De juryleden zagen met lede ogen aan ‘dat het temperament van den maker zich zoo licht laat meeslepen door wat de Jury meent te moeten noemen een vulgairen valschen smaak bij de ultra-moderne schilders.’ Het totaaloordeel over al zijn werken van zijn tweede Prix de Rome-reis lag wel wat genuanceerder, maar het eindadvies luidde hem geen nieuwe toelage meer te verstrekken. De jury betwijfelde of de ‘artistieke neigingen’ van Sluijters ‘spoedig in eene betere richting’ zouden gaan. Daar kon hij het dan mee doen.

Dit doek is Satanisch, het is duivelsch!
Gelukkig deelde niet iedereen die mening. Nadat Bal Tabarin ook geweigerd was bij Vierjaarlijksche tentoonstelling, mocht schilder en kunstcriticus Conrad Kickert het schilderij persoonlijk bekijken. Hij reageerde super enthousiast en beschreef het doek heel beeldend: ‘Hoog boven in de ruim welvende zaal flonkeren twee lusters, twee lichtspattende schitterskronen. (…) De menschen, zwieren wildrhytmische dans onder de sterrenregende lichtbroeiing. (…) De waanzin en zinverrukking van den dans doorgloeien woest elkander vastpakkende menschen. (…) Dit doek is Satanisch, het is duivelsch! Maar wat drommel, dat is zeer schoon!’

Wow, als dat geen eerbetoon aan Bal Tabarin is!

Bron: Jan Sluijters 1881-1957 (catalogus bij expositie Sluijters Singer Laren, 2011)