Een illusie armer

Wanneer ik het schilderij Wanderer über dem Nebelmeer voor het eerst zag, weet ik niet meer. Dat het mij sindsdien niet meer loslaat, weet ik wel. Dus toen zomer 2020 door corona onze trip naar Amerika niet doorging en Jasper voorstelde dan maar met de auto naar Duitsland te gaan, wist ik meteen onze bestemming: de plek waar Caspar David Friedrich dit schilderij maakte. Tenminste dat dacht ik…

Elbe bij Bad Schandau

Rivier de Elbe bij Bad Schandau

In de voetsporen van de grote schilder

Al Googlend beland ik op de Caspar David Friedrich Weg – een onderdeel van de 115 kilometer lange Malerweg – in de Sächsische Schweiz. Dat wordt ons reisdoel. Nadat we op een mooie zonnige ochtend vanuit Bad Schandau met het veerbootje naar de overkant van de Elbe zijn gevaren, zoeken we het startpunt van de wandeling. We volgen een stukje de rivier tot we bij het eerste informatiebord komen met daarop de uitleg wat hij daar schilderde.

Zo lopen we van bord naar bord en turen we door de dichte begroeiing heen om te ontdekken wat de schilder daar zag. Soms vangen we een glimp op van een stukje rots, maar vaker zitten de bomen in de weg en moeten we het van de plaatjes op het paneel hebben. Gelukkig is de wandeling zelf ook mooi, maar toch toch voel ik een soort onrust om het ware doel van mijn reis te bereiken. Bij elk paneel word ik ongeduriger. Waar blijft nou dé hotspot?

Reinhardtsdorf-Schöna, Sächsische-Schweiz

In geen velden of wegen te bekennen

Na een Kafé met Kuchen op een terras met prachtig uitzicht lopen we terug naar de wandelroute. We zijn al over de helft dus nu kan het niet lang meer duren tot we op de magische plek komen. Hoe vaak heb ik daar afgelopen weken al niet van gedroomd? Ondertussen hebben we de rotspartijen achter ons gelaten en lopen we door de velden. En precies daar in die velden stuiten we op een informatiepaneel met een afbeelding van hét schilderij. Ik kijk nog eens goed om me heen en herken toch niets van het beroemde werk. Nog los van het feit dat het een stralende dag is zonder mist. Hoe kan dat nou?

Een illusie armer en een ervaring rijker

Tot nu toe was elk paneel een soort kijkwijzer waarbij je blik op de rotspartijen werd gericht die Friedrich had geschilderd. Maar juist nu ik bij een afbeelding van mijn droomschilderij ben beland vind ik geen aanknopingspunten om mij heen. En dan helpt het informatiebord mij uit de droom: het is letterlijk een droomschilderij. Een fantasielandschap gebaseerd op vijf eerdere schetsen en tekeningen.

Wanderer über dem Nebelmeer, Caspar David Friedrich, ca. 1817

Nadat ik van de eerste teleurstelling ben bekomen, lopen we verder. Oké, ik heb mezelf niet letterlijk de Wanderer über dem Nebelmeer kunnen wanen. Maar ik vind het wel een romantisch idee dat dit landschap aan zijn fantasie is ontsproten en dat deze eenzame figuur mijmerend over de zee van mist misschien wel hijzelf is. Caspar David Friedrich was tenslotte een schilder van de Duitse romantiek.

De kriebels

Toen ik op een zondagmiddag in het Museum Ludwig in Keulen tegenover dit schilderij stond, kreeg ik de kriebels. Hoe die dokter daar staat met de injectienaald in zijn hand. De stoel op de achtergrond doet me denken aan een elektrische stoel. Brrr…

Portret van Dr. Hans Koch, Otto Dix, 1921

Portret van Dr. Hans Koch, Otto Dix, 1921

Als ik nog een tweede keer kijk, zie ik de beugels die aan de stoel bevestigd zijn. Het lijkt me idioot hoog, maar ik neem aan dat deze bedoeld zijn voor vrouwen om hun benen in te leggen. Dat geeft me nog meer de kriebels. Zo’n dokter Kreep die tussen je benen kijkt. Jakkes!

Nare ervaring
Dat herinnert mij ook aan mijn eigen eerste ervaring met een gynaecoloog. Ik was een jaar of zeventien en keek nou niet echt naar het bezoek uit. Naast dat het niet helemaal pijnloos was, was het vooral heel ongemakkelijk, heel gênant. Toen de arts klaar was, bleef hij net iets te lang bij mijn buik dralen om vervolgens met zijn handen omhoog te klimmen. Ik had dan geen ervaring met gynaecologen, maar mijn instinct zei dat dit niet pluis was. Dus ik ging zo snel als ik kon vanuit die ongemakkelijke positie rechtop zitten, zwaaide mijn benen over de rand en griste mijn kleren bij elkaar. Terwijl ik me vliegensvlug aankleedde mompelde ik met mijn gezicht naar beneden gericht dat we ‘volgens mij’ wel klaar waren. Vervolgens snelde ik naar de deur en verliet met verhitte wangen de ruimte.

Jaren later vertelde de moeder van een vriendin dat zij een soortgelijke ervaring met deze arts had en dat hij na meerdere aangifte ontslagen was. Ik ben opgelucht dat hij uiteindelijk gepakt is, maar boos dat sommige kerels dus op die manier misbruik van hun positie kunnen maken.

Op het bijschrift bij het schilderij lees ik dat deze arts geen gynaecoloog is, maar een uroloog. Iemand die zich bezighoudt met de nieren en urinewegen van mannen en vrouwen. Het is dan wel een ander specialisme, maar ze begeven zich beide op hetzelfde intieme vlak. Of in dezelfde gevarenzone… Het is maar net aan welke gek je bent overgeleverd.

De twee gezusters

Pavane pour un marquis défunt

Pavane pour un marquis défunt, J.H. Moesman, 1963, Centraal Museum

Toen ik van de week voor dit schilderij stond, moest ik denken aan een borstbeeld dat ik een paar keer heb gezien in het Rijksmuseum. 

De dame op het schilderij Pavane pour un marquis défunt kijkt verdrietig naar beneden. Bijna net als haar gebeeldhouwde zuster Maria die rouwt om haar gestorven zoon. Hun beider hoofden zijn keurig bedekt en ook hun hals is volledig verborgen onder de gedrapeerde stof.

Daar houdt de gelijkenis dan ook meteen op. Als je je blik iets laat zakken, stuit je op twee borsten die sneu en slapjes over de sokkel hangen waarop haar bovenlijf rust. Daardoor krijgt het tafereel iets pornografisch. Maar door haar serieuze naar beneden gerichte blik is de associatie met een Playboy-pakje ver te zoeken. De naargeestige ruïne op de achtergrond met slechts twee verlichte ramen en de kale bomen in de duistere nacht zijn nou ook niet bepaald sfeerverhogend.

Maria als Mater Dolorosa (Moeder van Smarten)

Maria als Mater Dolorosa (Moeder van Smarten), Pietro Torrigiani, ca. 1507 – ca. 1510, Rijksmuseum

Zou Moesman het beeld van de kunstenaar Pietro Torrigiani ook in het Rijksmuseum hebben gezien en erdoor zijn geïnspireerd? Hij gebruikte wel vaker voorbeelden, zoals krantenknipsels. Net als Marlene Dumas.

Ik denk dat Torrigiani zich in zijn graf zou omdraaien bij het zien van dit schilderij.

Of zijn beeld daadwerkelijk als voorbeeld heeft gediend? We zullen het nooit weten. Maar voor mij staat de gelijkenis als een paal boven water.

________________________________________________________________________

Sinds de heropening van het Centraal Museum is het schilderij Pavane pour un marquis défunt van de Utrechtse schilder J.H. Moesman permanent te zien bij de Wereld van Utrecht.

Maria als Mater Dolorosa van de Italiaanse kunstenaar Pietro Torrigilani is permanent te zien in de middeleeuwse vleugel van het Rijksmuseum.

 

Niets is zwart-wit

Voor ze in de donkerte van het depot verdwenen, liep ik altijd even bij ze langs. En altijd kreeg ik dan een glimlach op mijn lippen van de man met de baret op die je meesmuilend aankijkt. Een mooi contrast met de andere man die juist diep in gebed verzonken lijkt te zijn. Verder dan er even langslopen en een blik op werpen, deed ik niet. Gelukkig zijn ze nu weer terug en kan ik wat langer bij ze stilstaan.

Democritus en Heraclitus

Democritus en Heraclitus, Johannes Moreelse, ca. 1630, Centraal Museum

Jantje lacht, Jantje huilt
Ik ben gefascineerd door de tegenstelling tussen hun beiden. Het lijkt wel of Democritus (ca. 470 – ca. 360 v.Chr.) iemand uitlacht, maar hij wijst naar de wereldbol naast hem. En Heraclitus (ca. 535 – ca. 475 v.Chr.) ernaast, zou hij zo fanatiek bidden voor God of de mensheid? Democritus kijkt je direct aan, lijkt meer extravert. Heraclitus maakt juist totaal geen contact, is in zichzelf gekeerd.

De twee tegenpolen trekken mij aan. Misschien wel omdat er lichtvoetige mensen zijn die overal de lol van inzien. En mensen die juist zwaarder op de hand zijn. Die soms doorslaan naar somberheid, scepsis. Ik zie deze schilderijen ook als een soort Yin-Yang, zwart-wit, licht-donker. Of als Jantje lacht en Jantje huilt, maar dan niet dezelfde Jantje.

Mensen van de straat
Het bruinige gezicht van beide heren en de ontblote witte schouder van Democritus vind ik erg veel lijken op de stijl van Caravaggio. Dat is niet verrassend. De schilder Johannes Moreelse (ca. 1602 – 1634) was namelijk een van de Utrechtse caravaggisten die naar voorbeeld van Caravaggio echte mensen van de straat schilderde. Zonder hen de zogenaamde ‘Photoshop-bewerking’ te geven.

De witte blouse en licht glanzende stof (velours?) van de mantel van Democritus doet chiquer aan dan de doffe roestbruine stof van Heraclitus zijn gewaad. Dat gewaad doet me denken aan de bruine pij van de ascetische monnik Franciscus van Assisi. Franciscus ontzegde zich alle luxe om te leven in armoede. Zou een mens daar nu echt beter van worden? Eerlijk gezegd betwijfel ik dat. Achter Democritus liggen boeken op een plankje. Dat geeft de indruk dat hij wel een geleerde zal zijn, of in elk geval kan lezen. Nu weten we dat beide heren Griekse filosofen waren. Dus dat klopt wel met het beeld.

Wat kunnen we leren van de heren?
Volgens de informatie van het Centraal Museum ´worden de Griekse filosofen Heraclitus en Democritus vaak samen afgebeeld vanwege hun tegengestelde visie op de mensheid. Al in de oudheid stond Heraclitus bekend als de ‘huilende filosoof’, die treurt om het lot van de mensheid. Democritus moest lachen om de absurditeit van de mensheid. De vergankelijkheid van de mens, Vanitas Mundi, was een populair thema in de 17de eeuw. De twee filosofen met de globe, symbool voor de mensheid, dragen deze boodschap uit: wenen of lachen, het verandert niets aan ons bestaan.´

Ik kan me wel in deze boodschap vinden. De wereld en onze kijk op de wereld zijn niet zwart-wit. Om met de woorden van Joost Zwagerman te spreken: ‘Alles is gekleurd.’

_________________________________________________________________________

Heraclitus en Democritus zijn nu weer te zien als onderdeel van ‘De wereld van Utrecht’ in het Centraal Museum

De wortels van Jan Toorop

Ik krijg een unheimisch gevoel bij dit schilderij. Een klein meisje met een blanke huid in een vrolijk jurkje wordt omkranst door een baan van licht op een open plek in een dicht bos. 

Ze is omgeven door kronkelende boomwortels en duivelse bomen met takken als tentakels die een danse macabre lijken uit te voeren. Je laat zo’n klein kindje toch niet alleen in zo’n creepy bos? Zelfs als volwassene zou ik daar niet in mijn eentje willen zitten, ook niet met zijn tweeën. Toch lijkt het alsof het peutertje zich prima op haar gemak voelt. Nietsvermoedend zit ze in haar eentje zit te spelen, terwijl ze wordt ingesloten door het onheilspellende donker.

De nieuwe generatie, Jan Toorop, 1892

De nieuwe generatie, Jan Toorop, 1892

Als je wat langer naar het schilderij kijkt, blijkt dat ze toch niet helemaal alleen is. Achter de rug van het kleine meisje, half verscholen achter een openstaande deur, staat een wat spookachtige verschijning. Zou dat haar liefhebbende moeder zijn? Hoewel liefhebbend? De dame kijkt in ieder geval niet erg blij en de plantjes in het potje dat ze vasthoudt zijn al verwelkt. Tegelijk verrijst uit de witte kinderstoel van het kleine meisje juist een jong boompje met frisse groene blaadjes. Zou Jan Toorop hiermee juist het nieuwe leven extra kracht willen geven? Waarschijnlijk is het meisje zijn dochter Charley Toorop die het jaar ervoor is geboren. Het schilderij heet natuurlijk niet voor niets De nieuwe generatie.

Ook de telegraafpaal en het stuk rails helemaal vooraan waren eind 19e eeuw tekenen van de nieuwe tijd. Maar hier midden in het bos tussen en over de boomwortels ogen die stadse dingen vreemd misplaatst. Met de struikachtige boompjes op de voorgrond lijkt Toorop juist te verwijzen naar zijn eigen wortels.Deze boompjes groeien op Java waar hij de eerste jaren van zijn leven doorbracht.

Het geheel komt op mij onwerkelijk en tegelijk ongemakkelijk realistisch over. Ook al voelt het ongemakkelijk, toch blijf ik er naar kijken.

_________________________________________________________________________

Het schilderij De nieuwe generatie behoort tot de collectie van Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Tot en met 29 mei 2016 te zien als onderdeel van de tentoonstelling Jan Toorop in Gemeentemuseum Den Haag.

Smelten als sneeuw voor de zon

Als we op onze laatste vakantiedag nietsvermoedend in museum KODE in Bergen (Noorwegen) langs de schilderijen lopen, stuiten we op dit schilderij van een gletsjer. ‘Hé!’, roepen we allebei spontaan. Die gletsjer hebben we in het echt gezien.’ Het bijschrift bevestigt onze vermoedens dat dit de Nigardsbreen voorstelt.

Déja vu
Een paar dagen ervoor hebben we zelf bij de Nigardsbreen gestaan. Wel een gek idee dat de Noorse schilder Johan Christian Dahl meer dan anderhalve eeuw voor ons naar dezelfde gigantische brok ijs had staan staren. Het exacte punt waar hij moet hebben gestaan, kunnen wij ons niet voor de geest halen. De houten huisjes die we op het schilderij zien, staan er niet meer. Wel ligt voor de gletsjertong nu een meertje dat we op het schilderij niet terugzien. Aan de luchtige kleding van de herder te zien, heeft Dahl dit tafereel in warmere tijden geschilderd. Op het schilderij is het landschap groen terwijl wij nog door de sneeuw hebben geploeterd om dichter bij de gletsjer te komen.

Nigardsbreen, Johan Christian Dahl, 1844

Nigardsbreen, Johan Christian Dahl, 1844

Blauwer dan blauw
Het blauw op het schilderij lijkt net zo onwerkelijk als in de werkelijkheid. Toen we de gletsjer naderden had ik steeds het gevoel alsof ik op een grote blauw geverfde schuimtaart af liep. Pas toen ik er met mijn neus bovenop stond en het ijs kleine knappende geluidjes hoorde maken, kon ik geloven dat het toch echt ijs was. Eeuwig bevroren water. Hoewel eeuwig?

Nigardsbreen_foto

Terugtrekkende beweging
De Nigardsbreen is nu ongeveer 48 km². In Dahls tijd was deze zij-arm van de Jostedalsbreen – de grootste gletsjer van Europa – groter dan nu. In 1748 was de gletsjer op zijn grootst. Tussen 1870 en 2007 is de Nigardsbreen wel 2,4 km geslonken. Ik ben benieuwd hoe de gletsjer er dan over weer anderhalve eeuw bij ligt. Weer een paar kilometer korter of helemaal verdwenen als sneeuw voor de zon?

_____________________________________________________

Bronnen: KODENVE,  Wikipedia

Vol toewijding geknipt

Op een rustige donderdagavond loop ik via de grote trap in het Stedelijk Museum naar boven en doemt de De parkiet en de zeemeermin tree voor tree voor mij op. Zo treed ik als het ware De oase van Matisse binnen. Nog een paar stappen naar voren en ik sta oog in oog met het wereldberoemde werk. Hoewel oog in oog staan? Mijn blik dwaalt over het doek terwijl ik heen en weer loop – van voor naar achter en van rechts naar links. Zo probeer ik de kleurige vormen in me op te nemen.

Oase-van-Matisse-Jasper-bezoek-Stedelijk

Naast de duidelijk herkenbare blauwe parkiet en zeemeermin, zie ik veel blauwe granaatappels. De bolle vormen met uitsteeksels als kroontjes doen me daar me tenminste aan denken. Dotjes zwierig zeewier zweven in allerlei kleuren voor mijn ogen: blauw, geel, oranje, rozerood en flessengroen. Frisgroen heeft Matisse voor een soort koraalvormen bewaard. Oh wacht even, nu zie ik ook koraal in meerdere kleuren.

Knipsels om in rond te dobberen en te dwalen
Er hangen meer grote knipselwerken die je het gevoel geven een soort surreële wereld binnen te stappen. Ook Oceanië, de lucht en Oceanië, de zee uit 1946 geven me dat gevoel. Deze twee werken zijn luchtig, gronderig en verwarrend tegelijk. Een zandkleur vormt de de ondergrond voor de witte uitgeknipte vormen. Ik associeer die kleur eerder met een droge dorre woestijn dan met lucht en zee. Bij lucht denk ik ook niet aan het koraal dat ik voor me zie. En volgens mij zie ik ook nog kleine haaien en walvissen.

De blauwe ondergrond bij Polynesië, de zee en Polynesië, de lucht uit datzelfde jaar kan ik me meer onderdompelen in het gevoel van zee en lucht. In Polynesië, de zee dobber ik rond in een onderwaterwereld met koraal, wier, vissen en zeesterren. Met Polynesië, de lucht tart Matisse toch weer mijn fantasie of juist het gebrek daaraan. Daar zie ik naast vliegende vogels ook koraal, zeesterren en grote garnalen. Onder is boven en boven is onder?

Dwalen naar een ver verleden

Barbara_knippend_wcMijn gedachten dwalen en dralen niet alleen in fantasiewereld van Matisse, maar gaan ook terug naar mijn eigen kindertijd. Ik zal een jaar of drie geweest zijn toen ik de kracht van de schaar ontdekte. Geen stuk papier was meer veilig voor mijn grijpgrage vingers én de schaar. Ik was zo verknocht aan het knippen dat ik zelfs doorging op de w.c. Ik moest het wel doen met minder mooi papier dan Matisse. Hij werkte met papier dat zijn assistenten van tevoren in zorgvuldig gekozen kleuren beschilderden. Ik moest het doen met een oude Margriet of Libelle.

Vol toewijding knipte ik er in mijn jonge jaren lustig op los. Alleen waar ik niet verder kwam dan bemoedigende woorden van trotse ouders, oogstte Matisse zijn toegewijde knippen al tijdens zijn leven lovende kritieken. En nu eert het Stedelijk Museum hem met de grootste tentoonstelling van zijn werk ooit in Nederland.

_________________________________________________________________________

De oase van Matisse is van 27 maart tot 16 augustus 2015 te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam.

Bron: Stedelijk.nl 

Langs ellenlange rijen

Op mijn eerste vrije woensdag na de opening wil ik meteen naar Late Rembrandt in het Rijksmuseum. Om 11 uur kom ik rustig aanlopen en stuit meteen al op de eerste rij. Glimlachend loop ik linea recta naar de beveiliger die me meteen doorlaat. Na rij nummer één volgt rij twee. Eindelijk binnen, denk je dan als bezoeker met je reservering voor Late Rembrandt in de hand. Maar dan moet de langste rij nog komen. Direct na de poortjes slingert rij drie de nieuwe Philips-vleugel in. Ook deze rij kan ik fluitend voorbij…

Late Rembrandt Barbara Tieks

Met mijn Museumkaart vind ik het nooit nodig om een van de vijf vriendenpassen bij ThiemeMeulenhoff te reserveren. Maar nu ben ik er maar wat blij mee: zonder reservering met toeslag van € 7,50 alle ellenlange rijen voorbij! Dat is een van de leuke bijkomstigheden van de samenwerking tussen het Rijksmuseum en ThiemeMeulenhoff.

Eenmaal bij de tentoonstelling ben ik alsnog overweldigd door de enorme drukte. Overal om me heen geroezemoes en geschuifel van mensen. De late Rembrandt heb je duidelijk niet voor je alleen. Zoveel bijzondere werken van over de hele wereld nu allemaal onder één dak. Dat maken we volgens het Rijksmuseum maar één keer in ons leven mee. En dan wil je er natuurlijk bij zijn.

Mijn favoriete werken
Het mooiste vind ik de intiemere portretten. Vooral die waarop vrouwen zijn afgebeeld. De emotie die op hun gezicht te zien is. Prachtig hoe nota bene een man zo waarachtig hun emoties heeft kunnen schilderen! De gepijnigde blik van Lucretia die zelfmoord pleegt uit schaamte, omdat ze verkracht is.

De vertwijfelde blik van de badende Batseba die een brief met een oneerbaar voorstel krijgt van koning David. De onschuldige blik van de badende vrouw die haar witte jurk net iets te hoog optilt. Dat zou zijn vrouw Hendrickje Stoffels kunnen zijn.

Lucretia, Rembrandt van Rijn, 1666 - Minneapolis Institute of Arts

Lucretia

Bathsheba met David’s brief, Rembrandt, ca. 1654

Batseba met David’s brief

Het portret van zijn zoontje Titus aan de lezenaar is ook heel vertederend: het peinzende gezichtje, duim onder zijn kin, de schrijfspullen die vlak voor onze neus over de rand bungelen. En ik blijf ook maar naar de licht melancholische blik van Het Joodse bruidje kijken. Ik ben niet de enige: Vincent van Gogh had zelfs tien jaar van zijn leven over om veertien dagen naar dit schilderij te mogen kijken.

Badende vrouw Rembrandt

Badende vrouw

Titus aan de lezenaar , Rembrandt Harmensz van Rijn, 1655 - Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam

Titus aan de lezenaar

Trots op de samenwerking
Kunst is niet alleen maar mooi om te kijken. Van kunst kijken kan je ook heel veel leren. Over geschiedenis, religie en hoe we als mens naar de wereld om ons heen kijken. Altijd als ik me verder in een kunstwerk of kunstenaar verdiep, leer ik weer nieuwe dingen. Daarom vind ik het ook heel mooi dat ThiemeMeulenhoff en het Rijksmuseum samen de verbinding tussen kunst en leren leggen.

Bronnen beelden: Rijksmuseum, Minneapolis Institute of Art, Boijmans Van Beuningen, Musée du Louvre

Tien jaar van mijn leven geven

Toen ik de schilderijen van Rembrandt voor het eerst zag, vond ik die maar donker en saai. Op de middelbare school begreep ik dan ook niet zo goed waarom al die hordes toeristen op de Nachtwacht afkwamen. Hoe anders is dat vele jaren later.

Het Joodse bruidje
Nog steeds vind ik niet alle schilderijen van Rembrandt even mooi. Maar Het Joodse bruidje is een van mijn lievelingen. Het tedere gebaar van de man die één hand beschermend op haar borst legt en de andere over haar schouder. Haar linkerhand die heel licht zijn rechterhand aanraakt. De in zichzelf gekeerde iets dromerige melancholische blikken. Waar zouden ze allebei aan denken?

Het Joodse bruidje, Rembrandt Harmensz van Rijn, ca_1665-1669,Rijksmuseum

Het Joodse bruidje, Rembrandt Harmensz van Rijn, ca_1665-1669,Rijksmuseum

Pracht en praal met mes en kwast
Het lijkt wel of de dame zich met de inhoud van heel haar juwelenkist heeft behangen. Prachtig hoe Rembrandt de zachte gloed op de parels om haar hals heeft geschilderd en de glinstering van de rode robijnen om haar pols.

De rok van haar weelderige jurk vlamt oranjerood op en contrasteert mooi met het zachtgeel van zijn gepofte mouwen. Als je het schilderij van dichtbij bekijkt, zie je hoe Rembrandt de stoffen met heel grove streken en een paletmes heeft aangebracht. Bijna of hij de kleding om het koppel heen heeft geboetseerd.

Het_Joodse bruidje,Rembrandt Harmensz van Rijn, Rijksmuseum_detail_jurk

Waar komt die naam vandaan?
Nieuwsgierig naar de naam van het schilderij duik ik eerst in een van mijn favoriete kunstboeken: Dit is Nederland – In tachtig meesterwerken van Hans den Hartog Jager. In zijn boek lees ik dat er meerdere interpretaties van dit schilderij zijn geweest. Zo beschreef de Amsterdamse bankier Adriaan van der Hoop het schilderij als ‘eene voorstelling van de Joodsche bruid, die door den Vader versierd wordt met eene halsketting’. Later is die uitleg weer van tafel geschoven. Maar de naam Het Joodse bruidje is wel gebleven.

Op Rijksmuseum.nl staat dat het echtpaar op dit schilderij zich als het Bijbelse liefdespaar Isaak en Rebekka heeft laten afbeelden. Ook volgens Den Hartog Jager lieten mensen zich in die tijd wel vaker afbeelden als personages uit een Bijbels verhaal of theaterstuk. Wat het ook moet voorstellen, het is gewoon een heel mooi intiem portret.

Het_Joodse bruidje, Rembrandt Harmensz van Rijn, c_1665-1669, Rijksmuseum, detail

Tien jaar van mijn leven geven
Ik ben dan ook niet de enige bewonderaar van dit pareltje. Zelfs Vincent van Gogh was een fan! Toen hij Het Joodse bruidje in het Rijksmuseum zag, zou hij tegen zijn vriend Antoon Kerssemakers hebben gezegd: ‘Wil je wel geloven dat ik tien jaar van mijn leven wilde geven als ik hier voor dit schilderij veertien dagen kon blijven zitten met een korst droog brood als voedsel.’

Zo’n opoffering gaat mij wat ver. Maar ik ben wel blij dat ik regelmatig even bij Het Joodse bruidje op bezoek kan. Gelukkig is deze ook na afloop van de Late Rembrandt weer te zien.

____________________________________________________________________

Te zien tot en met 17 mei 2015 bij de tentoonstelling Late Rembrandt en daarna in de eregallerij in het Rijksmuseum.

Bronnen: Rijksmuseum.nl, Dit is Nederland – In tachtig meesterwerken van Hans den Hartog Jager