Hoofd in de wolken

Couple aux têtes pleines de nuages

Couple aux têtes pleines de nuages, Salvador Dalí, 1936, Museum Boijmans Van Beuningen

Zij buigt haar hoofd heel teder naar hem. Hij laat zijn schouder iets zakken, zodat ze er beter bij kan. Samen staren ze in de verte – samen zíjn ze de verte. Een mooi beeld om bij weg te dromen, om jezelf in te verliezen.

Dit schilderij van Salvador Dalí heet Couple aux têtes pleines de nuages. Hun hoofden zijn inderdaad gevuld met wolken. Niet met lieve witte schapenwolkjes, maar wit-grijze wolkenflarden aan een strakblauwe hemel.

Ik zit ook wel eens met mijn hoofd in de wolken. Of de wolken zitten in mijn hoofd. Wazig ben ik dan, niet in staat om helder te denken. Gelukkig drijven de wolken ook weer voorbij en wordt de lucht weer helder.

Dit schilderij heeft iets teders en tegelijk verontrustends. Gekreukelde witte damast op bijna lege tafels. Elk een eigen tafel lijkt me nou niet zo heel gezellig. De gedaanten in de bijna lege woestijn lijken qua vorm en positie een soort representant van het lege glas met lepeltje, zwarte doosje en trosje druiven op de verder lege tafels. Wat zou dit alles betekenen?

Een raadselachtige leegte die zich niet laat oplossen…

Couple aux têtes pleines de nuages is onderdeel van de collectie van Boijmans van Beuningen 

Spoorzoeker aan zee

Terschelling

Waarom een andere schrijversnaam? Ik heb al een hele mooie die goed bij mij past. Dat was mijn eerste reactie op de vraag een schrijversnaam te kiezen voor het schrijfweekend met Pasen.

Maar de vraag liet mij niet los en bleef de dagen erna door mijn hoofd spoken. Langzaam rijpte het idee toch een andere schrijversnaam te kiezen. Wat past bij mij en bij het schrijfweekend?

De spoorlijn van Utrecht naar Harlingen volgen, het schuimspoor die de veerboot door de Waddenzee trekt, mijn sporen van andere jaren terugzoeken en vinden op Terschelling.

Mijn neus in de lucht steken en me door de zilte zeelucht mee laten voeren naar vroeger. De zandkorrels die talloze verhalen in zich dragen tussen mijn vingers door laten glijden. De horizon afturen en me afvragen waar de schepen vandaan komen en naartoe gaan – welke verhalen de bemanning met zich meedraagt.

De sporen op het strand volgen die zomaar ineens ophouden. Het spoor bijster zijn en dan weer terugvinden. Soms het spoor van iemand anders volgen, dan weer mijn eigen spoor kiezen.

Ja, nu weet ik het heel zeker. Ik kies toch een andere naam: Spoorzoeker aan zee.

______________________________________________________________

Lees ook mijn relaas over onze wandeling naar zee die hoopvol begon…